Bruggetjes

Regie voeren op de inhoud van een interview

De vraag zodanig beantwoorden dat je uitkomt bij je kernboodschap.

Laat je door deze voorbeelden inspireren bij het bedenken van je eígen bruggetjes.

Bruggetjes bouwen
  1. Ik begrijp de vraag, maar de kern van de zaak is …
  2. Ik merk dat ik niet duidelijk genoeg geweest ben. Laat ik het anders zeggen …
  3. Goeie vraag, maar ik wil eerst benadrukken dat …
  4. Goeie vraag, maar daar gaat nog een vraag aan vooraf. En die vraag is …
  5. Dat is uw interpretatie, maar ik zie dat anders. …
  6. Dan moet ik u toch corrigeren, want …
  7. Ik hoor wat u zegt, maar dit is niet hoe ik het zie. …
  8. Ik ben het niet met u eens. De feiten zijn …
  9. Dit is wat er volgens mij echt aan de hand is. …
  10. Als we dit in breder perspectief bekijken dan zien we …
  11. Laat me daaraan toevoegen dat …
  12. Iets anders om hierbij voor ogen te houden is …
  13. Het is waar dat …, maar het is ook waar dat …
  14. Wat u zegt doet me eraan denken dat …
  15. Voor ons staat voorop dat …
  16. Belangrijk punt, maar we moeten niet vergeten dat …
  17. Ik begrijp de vraag, maar we moeten ons nu richten op …
  18. Goed dat u dit vraagt, daarom wil ik benadrukken dat …
  19. Ik wil niet speculeren, nu kan ik er dit over zeggen …
  20. Voordat we dit gesprek beëindigen wil ik hieraan nog toevoegen dat …

Let op: we noemen het niet voor niets bruggetjes. Ze werken alléén als je na het bruggetje doorgaat met wat jij wel wil/kan/mag zeggen.

Oefenen met deze tips in combinatie met maatwerkadviezen? Volg dan snel een Mediatraining Pro maatwerktraining voor professionals.

Veel succes met je volgende media-optreden!

Regie voeren tijdens een interview

Interview? Communicatiekans!


  1. Geef antwoord op de gestelde vragen, maar bereid wat je wilt dat blijft hangen voor als ‘kijk-want-dus’-kernboodschap. Dan weet je wat je gaat zeggen in een interview VOORDAT je het zegt. Dit maakt je antwoorden sterker en voorkomt haperingen. Maar denk erom: “één kernboodschap is géén kernboodschap”. Denk vooraf na over vragen die gesteld (kunnen) worden. Een bereid die antwoorden ook weer voor als onderdeel van de totale kernboodschap. Gelukkig is er een probaat middel om je antwoorden te clusteren: het Message House. Je oefent hier dan ook uitgebreid mee in onze mediatraining.
  2. Praat over waar je het over wilt hebben. Ga niet in de verdediging bij aanvallende of zelfs aggressieve vragen. Hou voor ogen dat ze met jou wilden praten, dus geef de antwoorden die je wilt geven en praat effectief over wat jij wilt bespreken. Let op: reageer wel op de vragen, zeker als het interview wordt gepubliceerd als ‘gesprek’. Je wilt niet dat de kijker of luisteraar het idee heeft dat je een voorgekauwd lesje opzegt.
  3. Blijf bij je boodschap. Als je eenmaal hebt besloten wat je wilt zeggen en dit tijdens het interview hebt gezegd, is er geen noodzaak om méér te zeggen. Als je veel zegt heeft de journalist ook veel om uit te kiezen. En wordt de uiteindelijke publicatie van je woorden voor jou onvoorspelbaar.
  4. Blijf rustig, zelfs als je onheus wordt bejegend. In dat geval besluit je het interview met het herhalen van je kernboodschap en vertel je bijvoorbeeld dat jouw tijd voor dit gesprek erop zit. En wens je de sarrende vragensteller een prettige dag verder. Je wilt nooit de controle over je emoties verliezen tijdens een interview. Een punt van oefening in onze mediatraining, mocht je in de hoek zitten waar je dergelijke aanvallende (camera)journalisten kunt verwachten.
  5. Bedenk zo veel mogelijk ‘Evergreens’ over het onderwerp waarover je bevraagd wordt. Begin met het verzinnen van een geweldige quote: wat zou wat jou betreft de kop boven het artikel moeten zijn? Waar veert de luisteraar of kijker van op? Denk vervolgens aan een korte en krachtige verklaring die effectief samenvat wat je wilt zeggen op een duidelijke en kleurrijke manier. Geef er een aansprekend voorbeeld bij (!). Dit kan de clip zijn die de media gebruikt op radio en tv, en het citaat dat in de krant wordt vermeld.

    Ter geruststelling: de meeste journalisten willen gewoon een goed verhaal maken en zijn er niet op uit om jou in het pak te naaien. Geen enkele redactie wil op een zwarte lijst komen bij een bedrijf of instelling waar zij bij de informatiegaring afhankelijk van zijn. De krant of rtv rubriek moet immers de volgende dag ook weer worden gevuld.

Maatwerk per persoon

Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.

10 Gouden Mediatips uit de mediatraining

Mediatips: essentiële do’s & dont’s

Zorg goed voor jezelf en je organisatie.

Bereid je met deze mediatips goed voor op een interview.

Mediatraining locatie camera
  1. Onderzoek – ken je interviewer en de stijl van diens mediaplatform
  2. Nooit het diepe in – ken de vragen waarmee je te maken krijgt, al geef je als deskundige ‘slechts’ een reactie of uitleg
  3. Resultaatgericht – zet een denkbeeldige stip aan de horizon: wat moet jouw kop van het interview zijn?
  4. Kernboodschappen – weet wat JIJ wilt overbrengen in het interview
  5. Frame – met welke voorbeelden geef je betekenis aan je antwoord en bewijs je wat je zegt?
  6. Feiten – wees gewapend met cijfers en andere bewijzen om je argument te ondersteunen
  7. Slimme antwoorden – reageer op de vraag zonder de woorden erin te herhalen en geef het antwoord dat JIJ wilt geven
  8. ‘Geen commentaar’ – zeg dit nooit. Erken de vraag of situatie en zeg wanneer je WEL kunt/wilt reageren
  9. Camera-etiquette – denk aan een glimlach, kijk naar je interviewer, voeten (kunnen) vegen
  10. Dress to impress – de juiste kleur en stijl voor de juiste gelegenheid

Natuurlijk zijn er nog veel meer mediatips en adviezen. Maar als je deze 10 mediatips ter harte neemt kom je in ieder geval goed beslagen ten ijs.

Oefenen met deze tips in combinatie met maatwerkadviezen? Volg dan snel een Mediatraining Pro maatwerktraining voor professionals.

Veel succes met je volgende media-optreden!

Een interview voorbereiden

Hoe ga ik om met een interviewverzoek?

3 essentiële tips

interview staand
  1. Moet ik een interview geven?

Hoe belangrijk media aandacht ook kan zijn, niet alle interviewverzoeken zijn je inspanningen waard of het juiste om op dat moment te doen.

Bij onverwachte negatieve publiciteit is een schriftelijke verklaring om mee te beginnen meestal beter. In ieder geval beter dan direct voor een camera of aan de telefoon te reageren op allerlei vragen en beweringen. In het algemeen geldt dat als je bij calamiteiten onvoorbereid een interview geeft je het risico loopt een slechte situatie te verergeren. Onder druk en zonder goede voorbereiding zou je iets kunnen zeggen waarvan je later spijt krijgt. Bovendien kun je onbedoeld nieuwe brandstof aan de crisis geven.

In sommige crisiscommunicatie scenario’s kan een schriftelijke verklaring zelfs de beste manier van handelen zijn als je een opvallende kop boven het artikel wilt vermijden.

  1. Onderzoek je interviewer

Laten we dus aannemen dat het interviewverzoek een positieve kans is voor jou en je organisatie.

Dan is het allereerst zaak te weten wie jou interviewt, waarom en hoe. En waar het interview toe moet leiden. Een éénkolommertje op de voorpagina? Een achtergrondartikel? Komt er een fotograaf mee? Kennen we de stijl van deze journalist? En vergelijkbare vragen voor radio-, televisie, of online media.

Je kunt de journalist vragen om vooraf een lijst met de vragen te sturen. Sommigen zullen dit doen, maar de meeste (vooral de grotere media) zullen dit niet doen. Bovendien heb je bij radio en tv vooraf vaak een redacteur aan de lijn. En verschijnt er uiteindelijk iemand anders bij je aan de deur of aan tafel in de studio.

  1. Bedenk vooraf wat voor jou de krantenkop zou moeten zijn

Je weet nu waarom de journalist je wil interviewen en wat je ongeveer kunt verwachten. Bedenk nu allereerst wat het punt is dat jij zou willen maken.

Vat dit samen in een ‘headline’: een pakkende zin. Nu weet jij waar jij heen wilt. Maak nu een lijst van alle waarschijnlijke vragen die zullen worden gesteld, zodat je wat antwoorden kunt voorbereiden. Antwoorden die passen bij jouw agenda, jouw stip aan de horizon. Dat maakt het voor jou veel makkelijker om de regie over het gesprek te pakken en vast te houden. Let op: je schrijft hier geen script – niemand wil robotische antwoorden horen – maar je bedenkt vooraf de belangrijkste punten die je wilt behandelen.

Met Mediatraining Pro werk je aan de hand deze drie essentiële punten aan de voorbereiding van je interview. Waarna we dit samen toetsen in praktijkoefeningen. Om uiteindelijk met je kernboodschappen de confrontatie met camera, microfoon en een scherpe vragensteller aan te gaan.

Wees goed voorbereid en pluk de vruchten!

Hoe organiseer je een succesvolle persconferentie?

Persconferentie binnenkomen journalisten

Een persconferentie is een manier om gestructureerd en met optimale regie van jouw kant nieuws aan te kondigen, een officiële mededeling te doen, of te reageren op een actuele gebeurtenis dat jouw bedrijf, dienst of instelling raakt.

Hier zijn enkele tips voor het succesvol organiseren van een persconferentie.

Benoem een moderator

De moderator is verantwoordelijk voor het bijeenroepen van de persconferentie en de introductie van het onderwerp. De moderator van de persconferentie is verder de dirigent van de bijeenkomst. Degene die de spreker(s) introduceert en de vragen (en antwoorden) toewijst. Als er een introductie nodig is, of korte context moet worden gegeven, wordt dit door de moderator gedaan, waarna deze het woord geeft aan de verantwoordelijke voor het onderwerp.

Het gewenste resultaat voorop

Bepaal de beginzin van de eerste spreker (nadat de moderator de bijeenkomst opende). Dit moet de centrale kernboodschap zijn die nauw aansluit bij het gewenste resultaat van de persconferentie.

Werk met puntsgewijze kernboodschappen

Weet wat je wilt zeggen, waarom het gezegd moet worden en hoe je het gaat zeggen. Neem de tijd om dit met elkaar goed voor te bereiden. Wat de boodschap ook is, deze moet worden samengevat in duidelijke 3 tot 5 kernpunten voor de pers. Als een datum, een tijd, een adres of telefoonnummer of andere specifieke informatie deel uitmaakt van het bericht – als het doel van de persconferentie bijvoorbeeld is om een ​​aanstaande gebeurtenis aan te kondigen – geef het dan meer dan één keer door. Dubbel- of driedubbelcheck feitelijke informatie om er zeker van te zijn dat je het goed hebt, zowel in spraak als in de gedrukte vorm van de persmap of handout.

Wat is de beste locatie voor de persconferentie?

Een ruimte met voldoende stopcontacten voor laptops, tv-camera’s en verlichting. Het moet een rustige locatie zijn waar niet veel verkeer van buiten de locatie of geluid van binnen het gebouw is. Waar je de persconferentie ook houdt, deze moet voldoende parkeergelegenheid hebben en niet te ver weg zijn voor de media om naartoe te reizen.

Wat is het beste moment voor een persconferentie?

Dinsdagen, woensdagen en donderdagen zijn de beste dagen voor persconferenties, omdat ze als langzamere nieuwsdagen worden beschouwd. Probeer indien mogelijk de persconferentie op één van deze dagen te houden. De beste tijd om een persconferentie te plannen is tussen 10.00 uur en 11.00 uur, om een ​​maximale berichtgeving door de media te garanderen.

Wie voor de persconferentie uitnodigen?

Maak een lijst met media die je wilt uitnodigen. Kies een paar mensen uit elke organisatie en nodig ze uit via een persbericht per e-mail. Beter nog: stuur een persoonlijke e-mail of bel. Dit is noodzakelijk om bij elk televisie- of radiostation, tijdschrift of krant (virtueel of standaard) ten minste een paar mensen te bereiken. Aan de andere kant: je concurreert met al het andere nieuws van de dag; dus maak je geen zorgen als niet iedereen komt opdagen.

Deurbeleid

Stel een persoon aan om de inloggegevens en/of perskaarten aan de deur te controleren. Maak een aanwezigheidslijst waar de journalisten hun naam en media-outlet kunnen noteren. Dit kan natuurlijk ook een virtuele aanmelding zijn via een tablet o.i.d..

Zaalindeling

Zorg ervoor dat er voldoende stoelen zijn die uitkijken op de hoofdtafel of de katheder. Hou vooraan ruimte vrij voor televisie- of vlogcamera’s. Hou de persconferentie niet in een grote zaal, tenzij je massieve persaandacht verwacht. Anders lijkt het al snel alsof er heel weinig persaandacht is. Reken vooraf op gemiddeld maximaal 20 journalisten en wees blij als er uiteindelijk 10 komen.

Maak een persmap

Een persmap is een map, USB stick, of downloadlocatie met achtergrondinformatie over het behandelde onderwerp.

De persmap moet het volgende bevatten:
  • Een persbericht waarin het standpunt van het bedrijf, de instelling, politieke fractie, e.d. kort wordt beschreven.
  • De belangrijkste punten uit de persconferentie, het liefst met enkele citaten van de spreker(s).
  • Achtergrondinformatie over het onderwerp (bijvoorbeeld statistieken, historische achtergrond, casuïstiek, kopieën van nieuwsberichten, etc.).
  • Een paar foto’s (actiefoto’s zijn het meest interessant).
  • Korte biografieën van de spreker(s). Een kwart pagina per persoon is zat.
  • NAW gegevens van de woordvoerder, of afdeling pr/communicatie.

Het persbericht: informeren, positioneren en verleiden

Do’s en Dont’s

  1. DOEN: Hou het persbericht kort en krachtig.
    Verkort je bericht tot de belangrijkste, nieuwswaardige, kijk-want-dus punten. Verleid de journalist daarmee om verder te lezen en contact op te nemen. Echter, bij lokale pers gaat een goed persbericht vaak integraal mee in de h.a.h. krant of lokale nieuws website. Schrijf een kort en bondig artikel(tje) in de stijl van het medium, met een pakkende foto – en link naar de hi-res foto(s) onderin.
  2. DOEN: Hou Google in gedachten.
    Steeds meer mensen gebruiken internet als hun primaire nieuwsbron… inclusief journalisten. Het opnemen van een paar trefwoorden maakt het bericht sneller zichtbaar in zoekmachines.
  3. DOEN: Gebruik hyperlinks.
    Het doel is om het zo gemakkelijk mogelijk te maken voor iedereen die het bericht ziet om meer informatie te krijgen.
  4. DOEN: Proeflezen
    Als het om persberichten gaat, kunnen fouten duur (en gênant) zijn. Laat het bericht vooraf controleren op spelling en zorg ervoor dat alle feiten correct zijn.
  5. DOEN: Stuur het persbericht altijd via een e-mail.
    Waarin de tekst van het persbericht is ‘geplakt’ met de foto(s) als bijlage.
  1. NIET DOEN: Persbericht als bijlage.
    Een e-mail sturen met de tekst: “Bijgaand treft u ons persbericht.”. Zie tip 5 in het groene vak.
  2. NIET DOEN: Geen rekening houden met dag en tijd.
    Een persbericht sturen op vrijdag of vlak voor een feestdag. Dit betekent waarschijnlijk dat de media er op zijn best een vluchtige blik op werpen. Maar, je kunt het ook omdraaien: sommige organisaties gebruiken deze tijdsperiode ook om mogelijk negatieve informatie te verspreiden in de hoop dat dit zodoende makkelijker overwaait.
  3. NIET DOEN: Iedereen tegelijkertijd informeren.
    Journalisten willen toegang tot informatie die niet voor iedereen publiekelijk beschikbaar is. Informeer vertrouwde mediacontacten eerst voordat jouw nieuws via een persbureau, of erger: een concurrerend medium, wordt verspreid.
  4. NIET DOEN: Het verkeerde medium lastig vallen.
    Het heeft weinig zin om een blad, site of omroep voor jongeren te pitchen als jij groot nieuws hebt over bejaardenreizen. Zelfs binnen één publicatie heeft elke redacteur specifieke interesses en expertisegebieden. Stuur het bericht gericht. En bel het na!

Een top persbericht maken

Opzet en indeling: het verschil tussen gezien worden en gebruikt worden

Een persbericht heeft altijd de volgende opmaak:


Logo en naam bedrijf/instelling


——- P E R S B E R I C H T ——-
(zodat je niet per ongeluk op de advertentie-afdeling terecht komt).

a. Kop of titel: het nieuws in het kort.

De titel moet de journalist verleiden om je persbericht te lezen.

b. Kernboodschap (vet gedrukt): de onderbouwing van de verleidelijke titel.

Met de eerste van de vijf W’s (wie, wat, waar)

c. Onderbouwing van de kernboodschap.

De overige van de vijf W’s. Waarom en wanneer, plus vaak ook: hoe, hoeveel. Het liefst met namen en citaten van betrokkenen.

Maak het de journalist zo makkelijk mogelijk om snel meer informatie te vergaren met hyperlinks naar illustraties, sociale media, artikelen, e.d. over het onderwerp. Voeg ook enkele foto’s of andere illustraties bij, onder verwijzing naar downloadlinks voor de beschikbare hi-res kwaliteit bestanden.

——- EINDE PERSBERICHT ——-


Noot voor de redactie, niet voor publicatie:

Maak duidelijk waar het persbericht stopt door een stippellijn met ‘Einde Persbericht’. Vermeld onder de stippellijn ALTIJD de contactpersoon en diens telefoonnummer, voor het geval een verslaggever nog meer wil weten. Zet daarbij voor de zekerheid: ‘Noot voor de redactie, niet voor publicatie’. Een (ook in de avond en het weekend bereikbaar!) 06-nummer is noodzakelijk. Journalisten werken niet alleen tijdens kantoortijden.

Je kunt eventueel nog een ‘kijk-want-dus’ alinea met wat extra informatie over jouw bedrijf of jouw initiatief toevoegen.

PowerPoint tips & tricks

1. Weet exact wat je wil gaan vertellen.

Deze eerste PowerPoint tip is misschien we de belangrijkste. Je presentatie gaat niet over je slides. Het gaat om de boodschap die je wilt overbrengen. Voordat je statistieken, feiten en cijfers invult, moet je nadenken over hoe je je toehoorders meeneemt in je verhaal.

2. PowerPoint vertelt het verhaal niet.

Voor alles geldt: jij bent de presentatie. PowerPoint is slechts een hulpmiddel om wat jij vertelt te visualiseren. Meer niet.

Powerpoint presentatietraining op kantoor
Zo ziet een specifieke PowerPoint presentatietraining in een gemiddelde vergaderkamer eruit.
Je hebt maar 1 luisteraar (tegelijk)
Je leert je verhaal te vertellen aan 1 persoon tegelijk. Al sta je straks voor 100 man te spreken.
Je eigen powerpoint mee.
Tijdens de presentatietraining werk je intensief aan je eigen PowerPoint presentatie.

3. Maak een headline.

Begin met het bepalen van je paraplu-boodschap: wat wil jij dat je publiek onthoudt en wat is het beeld dat je daarbij wil geven. Zet je eerste alinea letterlijk op papier. Bepaal dan met welk beeld je publiek rechtop gaat zitten. Pas dan is het tijd voor je eerste PowerPoint slide: een aansprekend beeld. Het liefst zonder tekst, of anders met de ‘headline’ die je net hebt opgeschreven.

4. Markeer wat het belangrijkste is.

Laat PowerPoint vervolgens even met rust en concentreer je op de inhoud. Nu sta je voor de lastige opdracht om te voorkomen dat je in je valkuil trapt: compleet willen zijn. Uit elk publieksonderzoek blijkt dat sprekers die ‘alles’ willen vertellen, uiteindelijk niets vertellen dat echt beklijft. Voltaire zei het al (vrij vertaald): “De beste manier om saai te zijn is niets weg te laten”. Overigens heb ik dit nogal mild voor je vertaald, want letterlijk zei hij: “Le secret d’ennuyer est celui de tout dire.”

Een presentatie behandelt alleen de meest cruciale stukken. Waar je ook aan hebt gewerkt dat tot dit heeft geleid – een paper, een werkproject, een nieuw productontwerp – hoeft niet in zijn geheel te worden gedeeld. Kies de belangrijkste punten en plaats de rest in een “Appendix”: een hand-out om aan het einde naar te verwijzen tijdens de Q&A-sessie.

5. Ken je publiek.

De manier waarop je tegen een kamer vol medische professionals praat, moet anders zijn dan de manier waarop je een kamer vol jonge ondernemers aanspreekt. Te beginnen bij de headline en je taalgebruik. Maar ook de voorbeelden die je geeft om punten te illustreren, moeten specifiek worden afgestemd op je doelgroep.

6. Oefen! (ja, nu al).

Het is nooit te vroeg om aan het ritme van je presentatie te wennen en kennis te nemen van punten die je wil benadrukken. Terwijl je het hardop zegt, begin je een ‘gevoel’ voor de inhoud en tone-of-voice te ontwikkelen en merk je snel wat ‘bekt’ en wat niet.

7. Herschrijf nadat je hebt geoefend.

Terwijl je de presentatie oefent, ga je ongetwijfeld struikelen over onderdelen die niet helemaal natuurlijk verlopen. Denk niet dat dit in de praktijk wel goed komt, dat komt het niet. Geen paniek, als het niet makkelijk te vertellen is, is het ook niet makkelijk te beluisteren. Herschrijven die stukken!

8. Hou je slides eenvoudig.

Minder is meer (effectief). Dit geldt voor het aantal slides, de hoeveelheid tekst per slide en voor de lay-out van de slides. Vermijd indien mogelijk eindeloze bullet points. Minimaliseer ze anders telkens tot slechts een paar eenvoudige woorden. Het publiek moet luisteren, niet lezen.

9. Durf centraal te staan.

Mensen zijn sociale wezens en laten zich het liefst een verhaal vertellen door een ander mens. Mensen luisteren niet naar boodschappen die (op welke manier dan ook) worden geprojecteerd. We willen het van jou zien en horen. Geen valse bescheidenheid, jij bent zodra je het woord neemt de belangrijkste persoon in de zaal.

10. Bereid de techniek voor.

Kom wat eerder en check de zaal of vergaderruimte. Is stroom voor je laptop bij de hand? Doet de beamer het? Heb je beeld (en eventueel geluid) i.c.m. jouw laptop? Voorkom dat je staat te hannesen met snoertjes als het zover is en alle ogen op jou gericht zijn. Exporteer je PowerPoint als .ppsx. Plaats dit bestand op het ‘bureaublad’ van je laptop. Als je erop klikt begint je presentatie direct, zonder dat het publiek een inkijkje krijgt in het ontwerpdeel van Powerpoint. Of erger nog: de verkenner van jouw laptop, met al die andere mappen en bestanden…

11. Bereid ook de locatie en jouw plek voor.

Voorkom dat jij als spreker in de schaduw staat. Zorg dat er een spotje o.i.d. op je gericht is. Ieder mens is namelijk geneigd de blik te richten naar het licht. En de PowerPoint projectie geeft meestal een hele hoop licht. Voorkom dus dat die ‘lichtbak’ het van je wint en het publiek het contact met jou verliest. Jouw presentatie beklijft alleen maar als jij ‘present’ bent.

Zo beter van niet:

<h1>PowerPoint tips & tricks</h1>
Wie is er hier het belangrijkst?
<h1>PowerPoint tips & tricks</h1>
Een spotje is minder afleidend… en minder komisch.

Waarom is een kernboodschap belangrijk?

Vier elementen

Een kernboodschap is de conclusie van jouw observatie, mening, bericht, antwoord of presentatie. Een goede kernboodschap raakt niet alleen de essentie, maar is ook kort en bondig.

  1. Kijk (ik zie, ik constateer): probleem, aanleiding
  2. Want (ik weet): oorzaak, samenhang, analyse
  3. Dus (conclusie): oplossing, voorstel, actie

Vanuit het perspectief van de doelgroep

Wie wil je bereiken met je kernboodschap? Wat moeten die weten? Wat weten zij al en vooral: kunnen zij het punt dat jij wilt maken voor zich zien? Met henzelf erin? Dan is het interessant om eerst eens te kijken naar je doelgroep. Kun je een primaire doelgroep benoemen? En ter linker- en rechterzijde wellicht twee secundaire doelgroepen? Kijk na de beantwoording nog eens naar de drie elementen hierboven. Wat is vanuit dit uitgangspunt dan essentieel?

Inderdaad, een voorbeeld..!

Dat is het vierde en tevens centrale element. Aan de andere kant dus ook het meest lastige deel. Hoe kies je een voorbeeld dat betekenis geeft aan wat je zegt? Hierover lees je meer in deze tip !

Vele sprekers met ieder hun eigen kernboodschap
Zo veel mensen, zo veel door voorbeelden gekleurde kernboodschappen…

Het hebben van een centrale kernboodschap is belangrijk om goed begrepen te worden. Maar, dan ben je er nog niet. Met één kernboodschap kun je misschien antwoord geven op de vraag: “wat is uw punt?“, maar dan ben je bij de eerste kritische vraag toch aan de beurt.

Bij effectieve communicatie komt meer kijken: bijvoorbeeld het Message House. Daarmee oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining bij ons dan ook intensief.

Waarom is een voorbeeld belangrijk?

Een kernboodschap zonder voorbeeld is niet af. Want mensen zijn geprogrammeerd om te reageren op beelden, niet op boodschappen.  De meeste mensen denken niet alleen in beelden, maar verwerken ook in beelden. Te beginnen bij het beeld dat jij als spreker laat zien en horen in je presentatie. Maak daar gebruik van. Laat het beeld je verhaal vertellen en zo in één klap ook betekenis geven aan het punt dat je wil maken.

Een voorbeeld:

Bekentenis

Met zoveel liefde heb ik van je gehouden
dat, nu ik bijna je vergeten ben,
het zeggen van je naam mij is gebleven
een liefkozing, waar ik dagen op kan leven.

En dit is de liefste herinnering:
hoe op het plein, een honinglied van linden,
vanuit de schaduw over witte straten
je aan kwam lopen. Speelse zomerwinden
sloegen de zijde van je lichte gele kleed
tegen je ranke lichaam, en je ogen
waren van heimwee raadselig verwijd.
Hoevele zomers zijn sindsdien vervlogen.

Met zoveel liefde toch heb ik van je gehouden
dat, nu ik bijna je vergeten ben,
het een liefkozing der lippen is gebleven
je naam te zeggen als ik eenzaam ben.

© 1946 – Hans Warren

IK ZIE HET VOOR ME

Deze verzuchting van de Zeeuwse dichter Hans Warren behoort tot mijn persoonlijke favorieten. Vooral omdat ik er een beeld bij heb. In het algemeen gesproken onthouden mensen 80% van wat ze zien, 20% van wat ze lezen en 10% van wat ze horen. Daarom combineerde hij dit gegeven en maakte hij van dit gedicht dus ineens een gevoel.

Wat zou er gebeuren als je zien, horen en ‘lezen’ combineert in je presentatie of antwoord op een journalistieke vraag? Dan ben je ineens ‘quotable‘! Want journalisten en hun kijkers, luisteraars en lezers, zijn gek op rake beelden. Daarom is de meest gestelde journalistieke vraag, na “wat is er aan de hand?”, dan ook: “wat betekent dit in de praktijk?”, wat neerkomt op: voorbeeld..?

Speelse zomerwinden interpretatie

VALKUILEN

Een veel voorkomende valkuil bij presentaties is dat beeld er met de haren wordt bijgesleept. En dat de spreker vervolgens vertelt wat er te zien is. Denk aan een spreker tijdens een congres voor veehouders. Die een fraaie Powerpointslide laat zien met daarop een koe. En vervolgens zegt: “dit is een koe”. […] In onze presentatietraining leer je het beeld dat je gebruikt meerwaarde te geven en zo jouw boodschap te versterken. Vertel dus niet wat je publiek ziet, maar waarom. In het voorbeeld van bovenstaande spreker: “Dit is Bertha 76, onze prijswinnende melkkoe”.

Een andere valkuil is interpretatie vanuit jouw eigen ‘denkraam’, om maar met Marten Toonder te spreken. Het bovenstaande plaatje is mijn interpretatie van het beeld dat Hans Warren in zijn gedicht schetst. Een mannelijk hetero beeld van mijn high school crush Carolina die op een mooie zomerdag komt aangelopen in een gouden veld en niet in de witte straten van het gedicht. Jammer als jouw beeld een andere is, bijvoorbeeld dat van een mooie man op de boulevard aan de kust. De kans is groot dat bovenstaande foto voor jou dan eerder een stoorzender is dan een rake visualisatie…

VISUELE VERWERKING GAAT SNELLER

Uit onderzoek blijkt dat ruim 90% van de informatie die onze hersenen oppikken visueel is. Maar, dit geldt niet alleen voor de omgeving, maar ook voor de informatie die we zien of te horen krijgen. Verder blijkt dat we visuele content 60.000 keer sneller verwerken dan theoretische en onderbouwende content. Kortom, wees dus niet volledig, maar geef betekenis aan je kernboodschap met een op je doelgroep afgestemd voorbeeld. Kom dit oefenen in onze mediatraining of presentatietraining.