Bruggetjes

Regie voeren op de inhoud van een interview

De vraag zodanig beantwoorden dat je uitkomt bij je kernboodschap.

Laat je door deze voorbeelden inspireren bij het bedenken van je eígen bruggetjes.

Bruggetjes bouwen
  1. Ik begrijp de vraag, maar de kern van de zaak is …
  2. Ik merk dat ik niet duidelijk genoeg geweest ben. Laat ik het anders zeggen …
  3. Goeie vraag, maar ik wil eerst benadrukken dat …
  4. Goeie vraag, maar daar gaat nog een vraag aan vooraf. En die vraag is …
  5. Dat is uw interpretatie, maar ik zie dat anders. …
  6. Dan moet ik u toch corrigeren, want …
  7. Ik hoor wat u zegt, maar dit is niet hoe ik het zie. …
  8. Ik ben het niet met u eens. De feiten zijn …
  9. Dit is wat er volgens mij echt aan de hand is. …
  10. Als we dit in breder perspectief bekijken dan zien we …
  11. Laat me daaraan toevoegen dat …
  12. Iets anders om hierbij voor ogen te houden is …
  13. Het is waar dat …, maar het is ook waar dat …
  14. Wat u zegt doet me eraan denken dat …
  15. Voor ons staat voorop dat …
  16. Belangrijk punt, maar we moeten niet vergeten dat …
  17. Ik begrijp de vraag, maar we moeten ons nu richten op …
  18. Goed dat u dit vraagt, daarom wil ik benadrukken dat …
  19. Ik wil niet speculeren, nu kan ik er dit over zeggen …
  20. Voordat we dit gesprek beëindigen wil ik hieraan nog toevoegen dat …

Let op: we noemen het niet voor niets bruggetjes. Ze werken alléén als je na het bruggetje doorgaat met wat jij wel wil/kan/mag zeggen.

Oefenen met deze tips in combinatie met maatwerkadviezen? Volg dan snel een Mediatraining Pro maatwerktraining voor professionals.

Veel succes met je volgende media-optreden!

Regie voeren tijdens een interview

Interview? Communicatiekans!


  1. Geef antwoord op de gestelde vragen, maar bereid wat je wilt dat blijft hangen voor als ‘kijk-want-dus’-kernboodschap. Dan weet je wat je gaat zeggen in een interview VOORDAT je het zegt. Dit maakt je antwoorden sterker en voorkomt haperingen. Maar denk erom: “één kernboodschap is géén kernboodschap”. Denk vooraf na over vragen die gesteld (kunnen) worden. Een bereid die antwoorden ook weer voor als onderdeel van de totale kernboodschap. Gelukkig is er een probaat middel om je antwoorden te clusteren: het Message House. Je oefent hier dan ook uitgebreid mee in onze mediatraining.
  2. Praat over waar je het over wilt hebben. Ga niet in de verdediging bij aanvallende of zelfs aggressieve vragen. Hou voor ogen dat ze met jou wilden praten, dus geef de antwoorden die je wilt geven en praat effectief over wat jij wilt bespreken. Let op: reageer wel op de vragen, zeker als het interview wordt gepubliceerd als ‘gesprek’. Je wilt niet dat de kijker of luisteraar het idee heeft dat je een voorgekauwd lesje opzegt.
  3. Blijf bij je boodschap. Als je eenmaal hebt besloten wat je wilt zeggen en dit tijdens het interview hebt gezegd, is er geen noodzaak om méér te zeggen. Als je veel zegt heeft de journalist ook veel om uit te kiezen. En wordt de uiteindelijke publicatie van je woorden voor jou onvoorspelbaar.
  4. Blijf rustig, zelfs als je onheus wordt bejegend. In dat geval besluit je het interview met het herhalen van je kernboodschap en vertel je bijvoorbeeld dat jouw tijd voor dit gesprek erop zit. En wens je de sarrende vragensteller een prettige dag verder. Je wilt nooit de controle over je emoties verliezen tijdens een interview. Een punt van oefening in onze mediatraining, mocht je in de hoek zitten waar je dergelijke aanvallende (camera)journalisten kunt verwachten.
  5. Bedenk zo veel mogelijk ‘Evergreens’ over het onderwerp waarover je bevraagd wordt. Begin met het verzinnen van een geweldige quote: wat zou wat jou betreft de kop boven het artikel moeten zijn? Waar veert de luisteraar of kijker van op? Denk vervolgens aan een korte en krachtige verklaring die effectief samenvat wat je wilt zeggen op een duidelijke en kleurrijke manier. Geef er een aansprekend voorbeeld bij (!). Dit kan de clip zijn die de media gebruikt op radio en tv, en het citaat dat in de krant wordt vermeld.

    Ter geruststelling: de meeste journalisten willen gewoon een goed verhaal maken en zijn er niet op uit om jou in het pak te naaien. Geen enkele redactie wil op een zwarte lijst komen bij een bedrijf of instelling waar zij bij de informatiegaring afhankelijk van zijn. De krant of rtv rubriek moet immers de volgende dag ook weer worden gevuld.

Maatwerk per persoon

Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.

Vragen beantwoorden

Er zijn veel manier om vragen te beantwoorden. Bij een mediaoptreden komt het erop aan hóe je antwoord geeft.


  1. Haast je niet bij het geven van je antwoord. Sluit je mond voordat je reageert. Het heeft alleen maar voordelen. Door na de vraag een seconde je mond te sluiten neem je wat afstand tot woordkeuze en toonzetting van de vraag, voorkom je dat je van schrik een antwoord instruikelt, je overhaast reageert en… voorkom je dat je antwoord begint met “eeh”. Het vraaggesprek is geen wedstrijdje wie het snelst vraagt en het snelst antwoordt. Bovendien is een rtv nieuwsinterview met voortdurend ‘bovenop het einde van de vraag antwoorden’ voor een journalist erg lastig te verwerken in de uiteindelijke montage. Spring dus niet meteen in het antwoord als de verslaggever klaar is met de vraag. Maar hou je mond (een seconde).
  2. Het interview lijkt misschien op een echt gesprek, maar is dat niet. Het interview is een format: een vorm waarmee de journalist informatie opdoet, een reactie, een mening, visie, hoor en wederhoor. Dit besef maakt het makkelijker om je antwoorden losstaand van de vraag te geven. En het beginnen met woorden als “Ja,” “Nee,” “Absoluut” en “Zeker” te vermijden. Je antwoord zonder een duidelijke reactie op de vraag geven maakt je presentatie sterker en krachtiger. Zeker als het antwoord jouw ‘volgens de regelen der kunst’ voorbereide kernboodschap is.
  3. Gebruik de naam van de verslaggever niet. Vermijd het noemen van de naam van de verslaggever in opgenomen interviews, omdat het mediakanaal de interviewopname mogelijk anders kan gebruiken. In live-interviews is het acceptabel, maar zelfs dan moet je voorzichtig zijn. Immers, met wie ben jij eigenlijk echt in gesprek? Met de journalist? Welnee, je bent de facto in gesprek met de kijker, de luisteraar of lezer! En om het nog verder te vernauwen: je bent in gesprek met je klant, stakeholder, doelgroep, etc. De journalist is hiervoor (alleen maar) het medium.
  4. Maak oogcontact. Kijk naar de verslaggever terwijl je spreekt en ook wanneer de vragen worden gesteld. Vergeet bij een tv interview de camera. Dit toont vertrouwen en mensen hebben het gevoel dat je de waarheid spreekt als je de verslaggever recht in de ogen kunt kijken. Kijk nooit in de camera tijdens een interview als er een verslaggever naast jou of naast de camera staat, omdat dit ongemakkelijk overkomt. Het houden van oogcontact is bij confronterende vragen natuurlijk wel lastig, maar dat is dan ook één van de vaardigheden die je leert in onze mediatraining.
  5. Gebruik je handen. Gebruik je handen tijdens het interview om te helpen communiceren. Handen zijn geweldige communicatiemiddelen helpen om je lichaamstaal te ondersteunen en je woorden kracht bij te zetten terwijl je spreekt. Het is wel belangrijk je handbewegingen op een goede manier te doseren. Gesticulatie is dan ook onderdeel van het presentatieonderdeel van onze mediatraining.

Maatwerk per persoon

Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.

10 Gouden Mediatips uit de mediatraining

Mediatips: essentiële do’s & dont’s

Zorg goed voor jezelf en je organisatie.

Bereid je met deze mediatips goed voor op een interview.

Mediatraining locatie camera
  1. Onderzoek – ken je interviewer en de stijl van diens mediaplatform
  2. Nooit het diepe in – ken de vragen waarmee je te maken krijgt, al geef je als deskundige ‘slechts’ een reactie of uitleg
  3. Resultaatgericht – zet een denkbeeldige stip aan de horizon: wat moet jouw kop van het interview zijn?
  4. Kernboodschappen – weet wat JIJ wilt overbrengen in het interview
  5. Frame – met welke voorbeelden geef je betekenis aan je antwoord en bewijs je wat je zegt?
  6. Feiten – wees gewapend met cijfers en andere bewijzen om je argument te ondersteunen
  7. Slimme antwoorden – reageer op de vraag zonder de woorden erin te herhalen en geef het antwoord dat JIJ wilt geven
  8. ‘Geen commentaar’ – zeg dit nooit. Erken de vraag of situatie en zeg wanneer je WEL kunt/wilt reageren
  9. Camera-etiquette – denk aan een glimlach, kijk naar je interviewer, voeten (kunnen) vegen
  10. Dress to impress – de juiste kleur en stijl voor de juiste gelegenheid

Natuurlijk zijn er nog veel meer mediatips en adviezen. Maar als je deze 10 mediatips ter harte neemt kom je in ieder geval goed beslagen ten ijs.

Oefenen met deze tips in combinatie met maatwerkadviezen? Volg dan snel een Mediatraining Pro maatwerktraining voor professionals.

Veel succes met je volgende media-optreden!

Een interview voorbereiden

Hoe ga ik om met een interviewverzoek?

3 essentiële tips

interview staand
  1. Moet ik een interview geven?

Hoe belangrijk media aandacht ook kan zijn, niet alle interviewverzoeken zijn je inspanningen waard of het juiste om op dat moment te doen.

Bij onverwachte negatieve publiciteit is een schriftelijke verklaring om mee te beginnen meestal beter. In ieder geval beter dan direct voor een camera of aan de telefoon te reageren op allerlei vragen en beweringen. In het algemeen geldt dat als je bij calamiteiten onvoorbereid een interview geeft je het risico loopt een slechte situatie te verergeren. Onder druk en zonder goede voorbereiding zou je iets kunnen zeggen waarvan je later spijt krijgt. Bovendien kun je onbedoeld nieuwe brandstof aan de crisis geven.

In sommige crisiscommunicatie scenario’s kan een schriftelijke verklaring zelfs de beste manier van handelen zijn als je een opvallende kop boven het artikel wilt vermijden.

  1. Onderzoek je interviewer

Laten we dus aannemen dat het interviewverzoek een positieve kans is voor jou en je organisatie.

Dan is het allereerst zaak te weten wie jou interviewt, waarom en hoe. En waar het interview toe moet leiden. Een éénkolommertje op de voorpagina? Een achtergrondartikel? Komt er een fotograaf mee? Kennen we de stijl van deze journalist? En vergelijkbare vragen voor radio-, televisie, of online media.

Je kunt de journalist vragen om vooraf een lijst met de vragen te sturen. Sommigen zullen dit doen, maar de meeste (vooral de grotere media) zullen dit niet doen. Bovendien heb je bij radio en tv vooraf vaak een redacteur aan de lijn. En verschijnt er uiteindelijk iemand anders bij je aan de deur of aan tafel in de studio.

  1. Bedenk vooraf wat voor jou de krantenkop zou moeten zijn

Je weet nu waarom de journalist je wil interviewen en wat je ongeveer kunt verwachten. Bedenk nu allereerst wat het punt is dat jij zou willen maken.

Vat dit samen in een ‘headline’: een pakkende zin. Nu weet jij waar jij heen wilt. Maak nu een lijst van alle waarschijnlijke vragen die zullen worden gesteld, zodat je wat antwoorden kunt voorbereiden. Antwoorden die passen bij jouw agenda, jouw stip aan de horizon. Dat maakt het voor jou veel makkelijker om de regie over het gesprek te pakken en vast te houden. Let op: je schrijft hier geen script – niemand wil robotische antwoorden horen – maar je bedenkt vooraf de belangrijkste punten die je wilt behandelen.

Met Mediatraining Pro werk je aan de hand deze drie essentiële punten aan de voorbereiding van je interview. Waarna we dit samen toetsen in praktijkoefeningen. Om uiteindelijk met je kernboodschappen de confrontatie met camera, microfoon en een scherpe vragensteller aan te gaan.

Wees goed voorbereid en pluk de vruchten!

Tips voor effectief stemgebruik

Gebruik je stem effectief. Met een goed stemgebruik voorkom je stemproblemen en zorg je er tegelijkertijd voor dat je goed wordt begrepen tijdens een presentatie.

De manier waarop je spreekt, hoe luid en je intonatie kunnen je presentatie maken… en breken.

Stemgebruik? Blijf V.I.T.

Kort samengevat: blijf V.I.T.

let op je Volume

let op je Intonatie

let op je Tempo

Blijf V.I.T.

Volume: spreek altijd iets luider dan je normaal gesproken doet, ook als je een microfoon gebruikt. Intonatie: leg de nadruk op de juiste woorden. Tempo: pauzeer telkens een seconde na een kernzin en/of een kernalinea, zeker als jij van nature een snelle prater bent. Als je dit voor ogen houdt komt het ook met de rest van je stemgebruik vanzelf goed.

Waarom op je volume letten?

Verveeld publiek met smartphone

Hoe zou jij je voelen als je in het publiek naar een toespraak zit te luisteren en de spreker de hele tijd tegen je aan het schreeuwen is? Dit zou erg onaangenaam zijn en misschien zelfs agressief bij je overkomen. Of wat als de spreker zo aan het mompelen is dat je nauwelijks kunt horen wat wordt gezegd? Dan ben je vast geneigd om op je smartphone te kijken, in afwachting van een interessantere spreker.

Mag ik dan nooit iets roepen of fluisteren?
Natuurlijk wel! Het is goed om je stem op verschillende momenten tijdens je presentatie te verheffen en te verzachten om de aandacht te vestigen op bepaalde woorden of zinsdelen. Je kunt bijvoorbeeld je stem verheffen om nadruk op een woord of zin te leggen, of je kunt iets op een vertrouwelijke manier zacht zeggen om een ​​punt te maken. Wissel het volume dus af.

Wat betekent intonatie?

Simpel gezegd, intonatie betekent hoe je iets zegt. En hóe je iets zegt is net zo belangrijk als wát je zegt. Met een goede intonatie breng je emotie over. Net als in een gewoon gesprek: of zeg jij elke zin, elk woord en elke lettergreep op dezelfde manier? Met hetzelfde volume? Of door op elk woord dezelfde nadruk te leggen? Tip: oefen vooraf je toespraak zoals je iets aan een vriend zou uitleggen. Wat geldt voor je stemgebruik geldt ook voor je woordgebruik: zeg wat je bedoelt vanuit de kennis en het perspectief van de ander.

Hoe voorkom ik dat ik te snel spreek?
Zet voorafgaand en na een kernzin of kernalinea een horizontale streep in de tekst. De streep betekent: sluit je mond, haal adem en ga verder. Zo haal je er direct al veel snelheid uit. Bovendien helpt dit jouw toehoorders om tussentijds ook even adem te halen, te verwerken wat je zojuist vertelde en open te staan voor nieuwe informatie. Bovendien ben je op die manier veel duidelijker, want je benadrukt zodoende vanzelf de kernwoorden.

Een korte oefening.

Lees deze zeven zinnen één voor één hardop voor. Leg in de eerste zin de nadruk op het eerste woord, in de tweede zin op het tweede woord, enzovoorts. Sla (dat) daarbij natuurlijk als nadrukwoord over.

“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”
“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”
“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”
“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”
“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”
“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”
“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”

Zeven zinnen die hetzelfde zeggen. Maar elke zin heeft een nét iets andere betekenis. Hiermee hebben we overigens het vaakst voorkomende ‘bedrijfongevalletje’ in mondelinge communicatie te pakken.

Ik realiseer me dat je geneigd bent om snel te spreken als je veel kennis hebt van of enthousiast bent over een bepaald onderwerp. Of, als je hetzelfde verhaal voor de zoveelste keer vertelt, wat docenten en trainers zoals ik nogal eens gebeurt. Maar als je feiten, meningen en gevoelens effectief met je publiek wilt delen, moet je leren vertragen!

Durf af en toe even te stoppen

Pauzeer zo nu en dan, haal samen met je publiek even adem. Sluit daarna je mond, kijk je publiek even aan en vervolg je presentatie.

Bijvoorbeeld:

  • om van onderwerp te wisselen, zinnen te wijzigen of een alinea te beëindigen,
  • om opvulwoorden zoals “uh” en “um” te voorkomen,
  • om een ​​woord of zin te benadrukken,
  • om even in je speakernotes te kijken,
  • om een ​​hypothetische vraag te stellen,
  • om een antwoord bedenken op een vraag van een toehoorder.

Bovendien, een kernzin (en in ieder geval een kernboodschap) eindigt altijd met een duidelijk hoorbare punt. Waarbij je de zin naar het einde toe dus omláág intoneert. En niet omhóóg, als naar een komma (!). Als je géén duidelijke punt achter de zin zet, máák je ook geen punt.

Hoe zorg je voor je stem?

powerpoint of geen powerpoint?

De noodzaak van het verzorgen van je stem is niet alleen beperkt tot zangers. Verkeerd gebruik van je stem kan immers in meer extreme gevallen leiden tot laryngitis of zelfs stemknobbeltjes. Voorkom stemproblemen met deze instructies:

Vermijd overmatig juichen of schreeuwen

Beide kunnen ernstige schade aan de stem veroorzaken. Niet meer doen: regelmatig luid juichen bij de plaatselijke voetbalwedstrijd, of meeschreeuwen met de rest van het publiek tijdens een concert.

Vermijd fluisteren of je keel schrapen

Vermijd zoveel mogelijk fluisteren of je keel schrapen. Het klinkt misschien gek, maar van fluisteren en schrapen ‘slijten’ je stembanden.

Wat te doen als ik mijn stem verkeerd heb gebruikt?

Laat je stem een tijdje rusten! Dat betekent dat je een bepaalde tijd niet praat om je stem te laten verjongen. Je kunt ervoor kiezen om dit de rest van de dag te doen, een hele dag of zelfs langer.

stemproblemen - hoesten

Als je keelpijn hebt of als je veel moet hoesten, vermijd dan overmatig gebruik van je stem gedurende die tijd. En als het mogelijk is, probeer dan geen grote presentaties te geven als je verkouden bent. Drink iets met honing erin. Dit helpt om je keel en daarmee ook je stembanden te ontspannen.

Vermijd roken

Stoppen met roken is altijd het beste, maar als je een roker bent die niet kan stoppen, rook dan in ieder geval niet vlak voor of na een presentatie.

Geen koffie, melk, bier of zoete drankjes voor je toespraak

Beperk cafeïne en zoete dranken voor je toespraak. Ze maken je mond droog en dat praat moeilijk. Bier en melk bevatten een eiwit dat zorgt voor een laagje slijm op de tong. En je wilt niet klinken als iemand met een los kunstgebit 😉 .

Een persoonlijke tip tot slot: water is prima om vooraf de keel te smeren, maar… drink geen water direct voordat je het woord neemt! Doe je dat wel, ‘dan loopt je het water in de mond’ en klink je een beetje slordig. Toch gedaan? Sluit daarna je mond, slik het slokje water bewust weg en neem het woord met de mond echt helemaal leeg. Bovendien kun je dat moment meteen goed gebruiken om even je toehoorders aan te kijken.

Want als je mijn presentatietraining hebt gevolgd weet je immers: een goede presentatie begint (en eindigt) altijd met het maken van contact.

Hoe organiseer je een succesvolle persconferentie?

Persconferentie binnenkomen journalisten

Een persconferentie is een manier om gestructureerd en met optimale regie van jouw kant nieuws aan te kondigen, een officiële mededeling te doen, of te reageren op een actuele gebeurtenis dat jouw bedrijf, dienst of instelling raakt.

Hier zijn enkele tips voor het succesvol organiseren van een persconferentie.

Benoem een moderator

De moderator is verantwoordelijk voor het bijeenroepen van de persconferentie en de introductie van het onderwerp. De moderator van de persconferentie is verder de dirigent van de bijeenkomst. Degene die de spreker(s) introduceert en de vragen (en antwoorden) toewijst. Als er een introductie nodig is, of korte context moet worden gegeven, wordt dit door de moderator gedaan, waarna deze het woord geeft aan de verantwoordelijke voor het onderwerp.

Het gewenste resultaat voorop

Bepaal de beginzin van de eerste spreker (nadat de moderator de bijeenkomst opende). Dit moet de centrale kernboodschap zijn die nauw aansluit bij het gewenste resultaat van de persconferentie.

Werk met puntsgewijze kernboodschappen

Weet wat je wilt zeggen, waarom het gezegd moet worden en hoe je het gaat zeggen. Neem de tijd om dit met elkaar goed voor te bereiden. Wat de boodschap ook is, deze moet worden samengevat in duidelijke 3 tot 5 kernpunten voor de pers. Als een datum, een tijd, een adres of telefoonnummer of andere specifieke informatie deel uitmaakt van het bericht – als het doel van de persconferentie bijvoorbeeld is om een ​​aanstaande gebeurtenis aan te kondigen – geef het dan meer dan één keer door. Dubbel- of driedubbelcheck feitelijke informatie om er zeker van te zijn dat je het goed hebt, zowel in spraak als in de gedrukte vorm van de persmap of handout.

Wat is de beste locatie voor de persconferentie?

Een ruimte met voldoende stopcontacten voor laptops, tv-camera’s en verlichting. Het moet een rustige locatie zijn waar niet veel verkeer van buiten de locatie of geluid van binnen het gebouw is. Waar je de persconferentie ook houdt, deze moet voldoende parkeergelegenheid hebben en niet te ver weg zijn voor de media om naartoe te reizen.

Wat is het beste moment voor een persconferentie?

Dinsdagen, woensdagen en donderdagen zijn de beste dagen voor persconferenties, omdat ze als langzamere nieuwsdagen worden beschouwd. Probeer indien mogelijk de persconferentie op één van deze dagen te houden. De beste tijd om een persconferentie te plannen is tussen 10.00 uur en 11.00 uur, om een ​​maximale berichtgeving door de media te garanderen.

Wie voor de persconferentie uitnodigen?

Maak een lijst met media die je wilt uitnodigen. Kies een paar mensen uit elke organisatie en nodig ze uit via een persbericht per e-mail. Beter nog: stuur een persoonlijke e-mail of bel. Dit is noodzakelijk om bij elk televisie- of radiostation, tijdschrift of krant (virtueel of standaard) ten minste een paar mensen te bereiken. Aan de andere kant: je concurreert met al het andere nieuws van de dag; dus maak je geen zorgen als niet iedereen komt opdagen.

Deurbeleid

Stel een persoon aan om de inloggegevens en/of perskaarten aan de deur te controleren. Maak een aanwezigheidslijst waar de journalisten hun naam en media-outlet kunnen noteren. Dit kan natuurlijk ook een virtuele aanmelding zijn via een tablet o.i.d..

Zaalindeling

Zorg ervoor dat er voldoende stoelen zijn die uitkijken op de hoofdtafel of de katheder. Hou vooraan ruimte vrij voor televisie- of vlogcamera’s. Hou de persconferentie niet in een grote zaal, tenzij je massieve persaandacht verwacht. Anders lijkt het al snel alsof er heel weinig persaandacht is. Reken vooraf op gemiddeld maximaal 20 journalisten en wees blij als er uiteindelijk 10 komen.

Maak een persmap

Een persmap is een map, USB stick, of downloadlocatie met achtergrondinformatie over het behandelde onderwerp.

De persmap moet het volgende bevatten:
  • Een persbericht waarin het standpunt van het bedrijf, de instelling, politieke fractie, e.d. kort wordt beschreven.
  • De belangrijkste punten uit de persconferentie, het liefst met enkele citaten van de spreker(s).
  • Achtergrondinformatie over het onderwerp (bijvoorbeeld statistieken, historische achtergrond, casuïstiek, kopieën van nieuwsberichten, etc.).
  • Een paar foto’s (actiefoto’s zijn het meest interessant).
  • Korte biografieën van de spreker(s). Een kwart pagina per persoon is zat.
  • NAW gegevens van de woordvoerder, of afdeling pr/communicatie.

Wat is het verschil tussen een training en een workshop?

Maatwerk, dat geldt voor al onze trainingen en workshops. Het verschil zit ‘m in de praktische uitvoering.

Presentatietraining en mediatraining maatwerk per persoon

Per deelnemer: maatwerk training

Veel oefenen, terugkijken en snel opnieuw oefenen: ervaringsgericht leren. Deze nauwkeurige aanpak vergt trainingstijd per persoon.

Boek een individuele training, of in een groepje van maximaal vier collega’s. Zo ben je in de training telkens na analyse en feedback snel weer aan de beurt om je te revancheren 😉 .

Mediatraining grotere groep op locatie

Per groep: maatwerk workshop

Is het belangrijk om als grotere groep met z’n allen aan de slag te gaan? Met presentatievaardigheden, pitchen, of omgaan met de media? Een actieve teamdag, dat kan bij Mediatraining Pro natuurlijk ook.

Neem contact op voor een maatwerk workshop op een locatie naar keuze.


Maatwerk per trainingsvraag

Al bij het eerste contact merk je dat onze maatwerk aanpak gericht is op zowel de organisatiedoelen als de persoonlijke ontwikkelpunten per deelnemer. Verder kenmerken onze maatwerk trainingen zich door een grote mate van inhoudelijkheid en praktijkgerichtheid.

Dit heeft consequenties voor de voorbereiding en de uitvoering van onze mediatrainingen en presentatietrainingen.

Daarom bereiden we elke training in nauw overleg met de contactpersoon namens het bedrijf of de instelling voor.

Maatwerk tijdens de voorbereiding

In een intakegesprek bepalen we samen de te behandelen casuïstiek en de te oefenen soorten mediaconfrontaties. Verder bespreken we ervaring, sterke en zwakke kanten en de beoogde inzet van de deelnemers. Iedereen krijgt vervolgens een persoonlijk vragenformulier over leerdoelen en te oefenen onderwerpen.

Overigens doet de trainer ook eigen research, net als in het echt. En verrast de trainer met name in de mediatraining de deelnemers ook met onverwachte onderwerpen en vragen. Opnieuw: net als in het echt.

Maatwerk mediatraining op kantoor

Maatwerk per trainingsdag

Een andere consequentie van onze maatwerkaanpak is dat wij in kleine groepjes trainen. Bij ons gaat het om veel oefenen en terugkijken: ervaringsgericht leren. Deze nauwkeurige aanpak vergt trainingstijd.

Om elke deelnemer de aandacht en de tijd te gunnen die hij of zij nodig heeft trainen wij in groepjes van maximaal vier personen. Zo is iedere deelnemer na analyse en feedback snel weer aan de beurt om opnieuw te oefenen. En legt hij of zij in één mediatraining van een dag of een dagdeel een solide basis voor media optredens of presentaties.


Informatie en boeking

Mail ons als je meer informatie wilt hebben en we bellen je snel terug: info@mediatrainingpro.nl

Social Media: tips voor zakelijk gebruik

Een social media ​​account registreren en een LinkedIn, Facebook- of Instagrampagina maken is gemakkelijk. Ook is het simpel om te beginnen met posten. Maar dat betekent niet dat het gemakkelijk is om sociale media ook effectief te gebruiken. Om te profiteren van de kracht van sociale media en je bezoekers te bereiken en te motiveren, moet je strategisch denken en doen. Hier zijn enkele belangrijke tips:

<h1>Social Media: tips voor zakelijk gebruik</h1>

Plan en verbind

Maak duidelijke doelen en doelstellingen en neem direct maatregelen om de effectiviteit van je communicatie te checken en de voortgang bij te houden. Verbind je social media doelen met je organisatiedoelen. Bijvoorbeeld: hoop je de opkomst bij evenementen te vergroten? Gebruik Facebook en Twitter om spanning op te bouwen voor je evenement en de betrokkenheid van je doelgroep tussen evenementen te behouden. Wil je de fondsenwerving vergroten? Deel echte verhalen via video’s op YouTube of Vimeo om potentiële donateurs te boeien en te laten zien wat er met het gedoneerde geld gebeurt.

Praat met 1 bezoeker (tegelijk)

Wil je effect? Hou het dan klein: de menselijke maat is 1-op-1. Het is hard, maar een plaatje van één zielige kleuter met een concrete vraag aan de kijker heeft 100% meer impact dan een dijk van een verhaal over een hele groep zielige kinderen. Zet niet je eigen drijfveren centraal, maar je publiek en je onderwerp.

Weet waar je publiek is op social media

Platformvoorkeuren zijn relatief consistent tussen generaties. Facebook is het populairste platform voor het delen van inhoud tussen 40+’ers, Instagram voor 20-40, TikTok voor de leeftijd daaronder en YouTube is voor alle leeftijdsgroepen het op één na populairste sociale medium. Hoe laat post je? De meeste mensen consumeren inhoud tussen 12.30 en 13.30 uur, plus 20.00 en 0.00 uur. Babyboomers zijn echter vaker ’s ochtends online en millennials blijven laat op. Zoek informatie op over hoe je de gewenste doelgroep kunt bereiken voordat je iets plaatst.

Social Media training Instagram

Wees zelf ook ‘social’

Onthoud dat sociale media sociaal zijn. Creëer een interactieve online aanwezigheid. Betrek je collega’s, andere medewerkers en raad van bestuur. Waarschijnlijk willen ze graag foto’s en video’s over de organisatie delen met vrienden, collega’s en familie. Daarna zal je netwerk groeien als je actief en betrokken blijft. Stel vragen, doe wat met de antwoorden. Deel nieuwsverhalen en draag zelf ook regelmatig wat bij met een leuk feit of goede tip.

Besteed tijd aan je sociale media

Personeelstijd is de grootste kostenpost van sociale media, maar het is cruciaal voor succes. Houd er rekening mee dat sociale media voor veel mensen in je organisatie iets heel gewoons is. Maak gebruik van jonge collega’s en bijvoorbeeld stagiaires die online vaardig zijn. Koppel ze aan senior medewerkers die niet zitten te springen om actief te zijn op social media, maar als deskundige of verantwoordelijke wel de stem van je organisatie zijn. Als meer dan één persoon blogt of tweet, wordt je organisatie naar buiten toe dynamischer en transparanter.

Experimenteer

Evalueer en pas je social media strategie voortdurend aan totdat je hebt gezien wat werkt. Er zijn applicaties waarmee je clicks, shares en likes kunt volgen, bijvoorbeeld voor Instagram. Daarmee je kunt zien hoe mensen online met je berichten omgaan. Gebruik tools zoals Facebook Insights om je te helpen met deze statistieken. Raak niet ontmoedigd als je niet meteen duizenden volgers hebt – het creëren van een sterke positie op sociale media kost tijd.

Hou je sociale media actueel.

Wanneer was je laatste post op X? Ergens in maart 2020..? Toen het nog een tweet op Twitter heette? Weg met dat account! Delete het, pauzeer het, of zet de instellingen op ‘private’. Een openbaar Twitter account zonder recente tweets of shares is killing voor je imago. Blijf dus relevant, hou je info actueel en verras je bezoekers. Dan zal je uiteindelijk gegarandeerd resultaten zien.

Dit zijn wat mij betreft de belangrijkste basistips als je met social media aan de slag wilt in een zakelijke context. Heb jij nog andere handige social media tips? Vragen over de plek van social media in onze mediatraining en presentatietraining? Wil je suggesties geven voor toekomstige blogonderwerpen? Laat het me weten via een LinkedIn bericht, of een contactbericht op deze site!

Het persbericht: informeren, positioneren en verleiden

Do’s en Dont’s

  1. DOEN: Hou het persbericht kort en krachtig.
    Verkort je bericht tot de belangrijkste, nieuwswaardige, kijk-want-dus punten. Verleid de journalist daarmee om verder te lezen en contact op te nemen. Echter, bij lokale pers gaat een goed persbericht vaak integraal mee in de h.a.h. krant of lokale nieuws website. Schrijf een kort en bondig artikel(tje) in de stijl van het medium, met een pakkende foto – en link naar de hi-res foto(s) onderin.
  2. DOEN: Hou Google in gedachten.
    Steeds meer mensen gebruiken internet als hun primaire nieuwsbron… inclusief journalisten. Het opnemen van een paar trefwoorden maakt het bericht sneller zichtbaar in zoekmachines.
  3. DOEN: Gebruik hyperlinks.
    Het doel is om het zo gemakkelijk mogelijk te maken voor iedereen die het bericht ziet om meer informatie te krijgen.
  4. DOEN: Proeflezen
    Als het om persberichten gaat, kunnen fouten duur (en gênant) zijn. Laat het bericht vooraf controleren op spelling en zorg ervoor dat alle feiten correct zijn.
  5. DOEN: Stuur het persbericht altijd via een e-mail.
    Waarin de tekst van het persbericht is ‘geplakt’ met de foto(s) als bijlage.
  1. NIET DOEN: Persbericht als bijlage.
    Een e-mail sturen met de tekst: “Bijgaand treft u ons persbericht.”. Zie tip 5 in het groene vak.
  2. NIET DOEN: Geen rekening houden met dag en tijd.
    Een persbericht sturen op vrijdag of vlak voor een feestdag. Dit betekent waarschijnlijk dat de media er op zijn best een vluchtige blik op werpen. Maar, je kunt het ook omdraaien: sommige organisaties gebruiken deze tijdsperiode ook om mogelijk negatieve informatie te verspreiden in de hoop dat dit zodoende makkelijker overwaait.
  3. NIET DOEN: Iedereen tegelijkertijd informeren.
    Journalisten willen toegang tot informatie die niet voor iedereen publiekelijk beschikbaar is. Informeer vertrouwde mediacontacten eerst voordat jouw nieuws via een persbureau, of erger: een concurrerend medium, wordt verspreid.
  4. NIET DOEN: Het verkeerde medium lastig vallen.
    Het heeft weinig zin om een blad, site of omroep voor jongeren te pitchen als jij groot nieuws hebt over bejaardenreizen. Zelfs binnen één publicatie heeft elke redacteur specifieke interesses en expertisegebieden. Stuur het bericht gericht. En bel het na!

Een top persbericht maken

Opzet en indeling: het verschil tussen gezien worden en gebruikt worden

Een persbericht heeft altijd de volgende opmaak:


Logo en naam bedrijf/instelling


——- P E R S B E R I C H T ——-
(zodat je niet per ongeluk op de advertentie-afdeling terecht komt).

a. Kop of titel: het nieuws in het kort.

De titel moet de journalist verleiden om je persbericht te lezen.

b. Kernboodschap (vet gedrukt): de onderbouwing van de verleidelijke titel.

Met de eerste van de vijf W’s (wie, wat, waar)

c. Onderbouwing van de kernboodschap.

De overige van de vijf W’s. Waarom en wanneer, plus vaak ook: hoe, hoeveel. Het liefst met namen en citaten van betrokkenen.

Maak het de journalist zo makkelijk mogelijk om snel meer informatie te vergaren met hyperlinks naar illustraties, sociale media, artikelen, e.d. over het onderwerp. Voeg ook enkele foto’s of andere illustraties bij, onder verwijzing naar downloadlinks voor de beschikbare hi-res kwaliteit bestanden.

——- EINDE PERSBERICHT ——-


Noot voor de redactie, niet voor publicatie:

Maak duidelijk waar het persbericht stopt door een stippellijn met ‘Einde Persbericht’. Vermeld onder de stippellijn ALTIJD de contactpersoon en diens telefoonnummer, voor het geval een verslaggever nog meer wil weten. Zet daarbij voor de zekerheid: ‘Noot voor de redactie, niet voor publicatie’. Een (ook in de avond en het weekend bereikbaar!) 06-nummer is noodzakelijk. Journalisten werken niet alleen tijdens kantoortijden.

Je kunt eventueel nog een ‘kijk-want-dus’ alinea met wat extra informatie over jouw bedrijf of jouw initiatief toevoegen.