Hoe ga je om met camera- of podiumangst?

Camera angst?

Camera-angst. Een vervelende spelbreker.

Je geeft een presentatie, je leidt het gesprek tijdens een symposium, of neemt deel aan een paneldiscussie. Je staat een krantenjournalist te woord, of de radio. Grote kans dat je terug bent te zien en te horen via de website van de organiserende club, de radiozender, of de krant. We zijn nu allemaal meer dan ooit op video te zien, of we het nu leuk vinden of niet.

Ook vergaderapplicaties als Teams, Zoom en Skype kunnen ervoor zorgen dat je met bibbers achter je laptop zit, misschien ben jij wel iemand die je eigen webcam het liefst op ‘uit’ zet. En merk je hierover ergernis of onbegrip bij je mededeelnemers aan de online sessie.

Camera-angst is misschien voor jou te sterk uitgedrukt. Maar, ook als je camera-verlegen, introvert of gewoon ongemakkelijk bent op video, kan dit een echte spelbreker zijn. In onze presentatietraining ‘Online Presenteren’ leer je hiermee omgaan. En er met enkele praktische oefeningen in meer of mindere mate mee af te rekenen.

Maar, er zijn nu al een paar simpele dingen die je kunt doen om je op je gemak – en zelfs zelfverzekerd – te voelen voor de camera en voor publiek.

TOP 10 cameratips

  1. Krijg inzicht in waar je camera-angst vandaan komt *
  2. Weet hoe je de (web) camera in de ideale positie zet
  3. Zorg dat je goed te zien bent: licht(val) is bij video leidend
  4. Ga contrastrijk gekleed. Beter nog: ‘Dress For Success’
  5. Weet wat wél en wat níet overkomt in beeld en in audio
  6. Zorg goed voor jezelf: altijd een glas water bij de hand
  7. Praat iets langzamer dan normaal; oefen dit vooraf
  8. Durf expressief te zijn: oefen met (kleine) handgebaren
  9. Geen zorgen over kleine foutjes; die versterken je authenticiteit
  10. Oefen je bijdrage niet kapot; improvisatie geeft je senioriteit
Geen camera angst meer!

*) Begrijp waar je camera-angst vandaan komt

Wees gerust: je bent niet de enige die zich ongemakkelijk voelt voor de camera, zeker als daar een journalist naast staat. Maar dat is goed nieuws. Het betekent dat duizenden andere mensen met succes hun angsten hebben overwonnen. En dat jij dat dus óók kunt. Zonder hier de psycholoog uit willen hangen, de eerste stap om over een ongemakkelijk gevoel voor de camera heen te komen, is te begrijpen waarom je er huiverig van wordt.

Je ongemakkelijk voelen bij een video opname, of zelfs camera-angst, is de natuurlijke kruising van een paar andere veel voorkomende angsten: onzekerheid, angst voor spreken in het openbaar en plankenkoorts.

Onzekerheid gaat vaak over de inhoud; je weet niet wat je precies kunt verwachten en hoe je jouw boodschap kort en bondig formuleert. Dit is met een goede presentatietraining redelijk eenvoudig te tackelen. Angst bij spreken in het openbaar gaat vaak over stemgebruik. Ook dit kun je testen en optimaliseren tijdens onze presentatietraining. Podiumangst is een lastige. Die gaat over actie en interactie. En is voor een groot deel afhankelijk van setting, publieksgrootte en je eigen gevoelens. Onze ervaring is dat met het terugdringen van onzekerheid en angst-voor-spreken je een goede basis legt voor het afrekenen met podiumangst.

Kies een goede verlichting

Verlichting is een andere gemakkelijke manier om het gevoel te krijgen dat je er op je best uitziet op video. De meest flatterende verlichting is gelijkmatig en naar voren gericht. Dat betekent dat je niet wilt dat je primaire lichtbron zich boven je bevindt. Check dit vooraf, vlak voor de vergadering of presentatie is te laat.

Videomeetings

Zorg dat je in de richting van een raam kijkt. Als een raam niet beschikbaar is, plaats dan een lamp of soortgelijke lichtbron iets boven of naast je scherm. Stel je webcam of videocamera in een flatterende hoek op. De meeste mensen zien er op de camera het beste uit als de camera zich op of iets boven hun ooglijn bevindt. Dus, als je een webcam gebruikt, plaats je laptop dan op een doos, stapel boeken of wat dan ook om de juiste hoek te krijgen.

Blijf gewoon video’s maken

Zorg dat de bovengenoemde basis in orde is. Denk er verder niet te veel over na. Gewoon blijven doen totdat het niet meer raar aanvoelt, …of in ieder geval minder raar. Een presentatietraining bij ons helpt om de basis op orde te krijgen en (de eerste?) meters te maken.

“De mogelijkheid om te groeien en te leren zit vaak in de onverwachte omstandigheden die we problemen noemen.”

Henk-Jan Room

Crisiscommunicatie: durf je te laten verrassen!

Crisiscommunicatie of risicocommunicatie?

Crisiscommunicatie. Daar is in het algemeen gesproken veel voor en óver te zeggen. Maar, in de praktijk is er een groot verschil in de manier waarop communicatierisico’s ontstaan. Soms gaat er in de organisatie of bij de afnemer van je product of dienst iets mis: crisiscommunicatie. Of, kan worden ingeschat dat er iets mis zou kúnnen gaan: risicocommunicatie. Andere crises hebben niets met een specifieke organisatie te maken, zoals de Coronacrisis.

De kwestie is niet om het onvoorziene te voorzien, maar om voorbereid te zijn op het onbekende. Want er bestaan geen plannen en hulpmiddelen om alle mogelijke verrassingen te voorkomen. De uitdaging is om klaar te zijn om verrast te worden. En dus getraind te zijn om op elke (in dit geval onaangename) verrassing adequaat te reageren.

Crisis? What crisis?

Grofweg doorloopt elke crisis vanuit communicatieperspectief vier fases:

1. startfase
2. nieuwsfase
3. achtergrondfase
4. evaluatiefase

Meer over crisiscommunicatie in management perspectief: Patrick Lagadec – Risks, Crises, Ruptures: A Whole New Ball Game. http://www.patricklagadec.net/uk/

Aan de hand van deze vier fases leer je in onze mediatraining transparant en eenduidig het woord te voeren. Tijdens een crisis, of in geval van risico rond een project, product of dienst. Te beginnen met het centraal stellen van je doelgroep. Bijvoorbeeld: klanten, stakeholders, omwonenden – en niet te vergeten je eigen personeel en hun achterban.

ALLES OP Z’N TIJD

In de startfase (1) van de crisis kun je natuurlijk nog geen specifieke informatie geven. Maar, een kort statement over wat de pers in de komende periode (minuten? uren? dagen? weken?) mag verwachten kan altijd. Begin daar dus mee, zodat van meet af aan duidelijk is dat jij en je organisatie zijn voorbereid op calamiteiten.

Mediatrainer Johan Sponselee met camera

GEBRUIK DE MEDIA

Beschouw de media vooral als bondgenoot. Immers, de media zijn de informatiebron voor iedereen die op zoek is naar informatie over het risico of de crisis. Hoe lastig het ook is om de media zo te zien. Als jij niet bang bent om verrast te worden en weet in welke fase jij met welke boodschap naar buiten wilt komen, vervullen de media zelfs een belangrijke, zo niet cruciale rol in jouw communicatie.

CRISIS? WHAT CRISIS?

Laten we eerlijk zijn. In dit land gaan de meeste dingen goed. Dat maakt het nadenken over ‘wat er realistisch gesproken zou kunnen gebeuren’ dan ook zo lastig. Deelnemers aan trainingen crisiscommunicatie denken vaak meteen aan grote branden, enorme lekkages van giftige stoffen, ongevallen met doden en gewonden, et cetera, bij het indienen van crisiscasussen. Deelnemers die vervolgens wat nerveus van huis gaan, “want bij binnenkomst in de trainingsruimte staat er vast meteen een camera op me gericht”. Dat kan – en dit is in sommige gevallen ook nodig, maar eerlijk gezegd: echt realistisch?

Wat vaker voorkomt zijn van die kleine rotfoutjes met daarover veel verbaal geweld op social media. Grote fouten met grote persoonlijke gevolgen – denk aan de toeslagenaffaire, komt al veel minder voor. Maar denk eens aan een recall? Of een radicale koerswijziging in placing en pricing van je assortiment? Imagoschade omdat een personeelslid een foute schaats rijdt? Dat komt veel vaker voor, met grote risico’s voor imago en omzet. Daarover vervolgens gespannen als een veer het woord voeren zou dan wel eens tegen je kunnen werken. Als je er niet op had gerekend dat je altijd wordt verrast blijkt één uit het hoofd geleerde kernboodschap zomaar géén overtuigend antwoord. Griezel met me mee met dit voorbeeld uit de ruwe opnamen van een NOS journaal verslaggever…

Met een goed voorbereide communicatielijn voorkom je niet de verrassing. Niet bij jezelf en niet bij je omgeving. Die verrassing is er bij elke crisis – en elke keer weer anders. Maar je voorkomt wel misinterpretaties in de media, journalistieke overvallen aan de poort of aan de telefoon en niet in het minst: de regie.

Tot slot, weliswaar uit de oude doos, een advies van een burgemeester die in het jaar 2000 te maken had met ‘een echte ramp’. De toenmalige burgemeester Mans van Enschede blikt terug en geeft het belangrijkste advies bij woordvoering tijdens een crisis.

Wat heeft een journalist nodig?

Een journalist bedrijft geen ‘rocket science’. Sterker nog: de meeste journalisten doen maar wat, is mijn ervaring. Maar, zij doen wel hun uiterste best om met een uniek onderwerp te komen en dat verhaal zo aansprekend mogelijk te vertellen of het event zo goed mogelijk te verslaan. Opdat jij de radio of tv aanzet; op zoek gaat naar de betreffende podcast, website, of blog; de krant, het week- of maandblad, of ander periodiek koopt. De meeste journalisten hebben net als ieder ander immers huur of hypotheek die elke maand moet worden betaald.

Altijd nieuws nodig

Er moeten dus stukkies of items komen. En wel bij voortduring. Met mooie verhalen en interessante opinies. Daarvoor hebben journalisten duidelijke en betrouwbare informatie nodig; het liefst zo kort en bondig mogelijk.

Als jij hen kunt helpen deze doelen te bereiken, dan bouw je al snel een wederzijds voordelige relatie met de media op. Hier zijn enkele tips die helpen:

Nieuws moet aan drie criteria voldoen:

  1. De informatie of gebeurtenis moet (tot dusver) onbekend zijn.
  2. Er moet een mate van verrassing zijn, of emotie.
  3. Verder is de grootte van de maatschappelijke- of sociale impact van invloed op de vraag of ‘een onderwerp meegaat’ of niet.
  4. Anno vandaag is er nog een vierde criterium waar steeds meer media op selecteren: herkenbaarheid. Als iets om de hoek gebeurt haalt dit sneller de Nederlandse krant dan wanneer de hele wijk Ipanema in Rio de Janiero door iets vergelijkbaars werd opgeschrikt.
Volle e-mail inbox

Geef je nieuws zo snel mogelijk weg.

Redacties worden geconfronteerd met een inbox die uitpuilt van e-mails met tips en persberichten. Ze moeten door deze elektronische informatiestroom bladeren om nieuwsgoud te vinden, dus elke correspondentie moet sprankelen om opgemerkt te worden. Te beginnen met de onderwerpregel (!).

Formuleer je punt duidelijk, beknopt en in toegankelijke taal. Begraaf het meest interessante punt niet onder vier alinea’s inleiding en onderbouwing, een drukbezette journalist leest nooit zo ver door.

Kies je doel en je wapen
Denk na over voor wie je een pitch uitbrengt en waarom. Schiet niet met hagel: stuur geen persbericht naar alle media die je kunt vinden in je adresboek. Voorkom dat je als spammer wordt gezien. Het moment dat je dan echt iets specifieks voor dat betreffende medium te melden hebt, ben je met je berichten al lang in het spamfilter beland. Begrijp de professionele interesses van een journalist, diens output en lezerspubliek. Zonder deze kennis riskeer je ieders tijd te verspillen.

Journalist scanner

Timing is alles
Als je het redactionele proces begrijpt, weet je wanneer journalisten op zoek zijn naar materiaal. Voor gespecialiseerde journalisten die schrijven voor tijdschriften, weekendbijlagen of vaste rubrieken in kranten, kan dit relatief voorspelbaar zijn. Dit geldt ook voor vergelijkbare radio- en televisieprogramma’s.

Ken de deadlines van de media die interessant voor jou zijn. Bladen en rtv media hebben voor verschillende programma’s en rubrieken verschillende deadlines. Weet dat bijvoorbeeld veel ‘human interest’ onderwerpen dagen (soms weken) van tevoren worden besproken op de redactie. En dat veel krantenpagina’s en actualiteitenrubrieken minimaal een dag eerder al ‘volgeboekt’ zijn…


Natuurlijk zal een goede journalist op elk moment en in elke situatie een echt ‘breaking’ verhaal van harte verwelkomen, maar voor de meesten van ons zullen deze verhalen zeldzaam zijn…


Maatwerk per persoon

Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.

Waarom is een kernboodschap belangrijk?

Vier elementen

Een kernboodschap is de conclusie van jouw observatie, mening, bericht, antwoord of presentatie. Een goede kernboodschap raakt niet alleen de essentie, maar is ook kort en bondig.

  1. Kijk (ik zie, ik constateer): probleem, aanleiding
  2. Want (ik weet): oorzaak, samenhang, analyse
  3. Dus (conclusie): oplossing, voorstel, actie

Vanuit het perspectief van de doelgroep

Wie wil je bereiken met je kernboodschap? Wat moeten die weten? Wat weten zij al en vooral: kunnen zij het punt dat jij wilt maken voor zich zien? Met henzelf erin? Dan is het interessant om eerst eens te kijken naar je doelgroep. Kun je een primaire doelgroep benoemen? En ter linker- en rechterzijde wellicht twee secundaire doelgroepen? Kijk na de beantwoording nog eens naar de drie elementen hierboven. Wat is vanuit dit uitgangspunt dan essentieel?

Inderdaad, een voorbeeld..!

Dat is het vierde en tevens centrale element. Aan de andere kant dus ook het meest lastige deel. Hoe kies je een voorbeeld dat betekenis geeft aan wat je zegt? Hierover lees je meer in deze tip !

Vele sprekers met ieder hun eigen kernboodschap
Zo veel mensen, zo veel door voorbeelden gekleurde kernboodschappen…

Het hebben van een centrale kernboodschap is belangrijk om goed begrepen te worden. Maar, dan ben je er nog niet. Met één kernboodschap kun je misschien antwoord geven op de vraag: “wat is uw punt?“, maar dan ben je bij de eerste kritische vraag toch aan de beurt.

Bij effectieve communicatie komt meer kijken: bijvoorbeeld het Message House. Daarmee oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining bij ons dan ook intensief.

Waarom is een voorbeeld belangrijk?

Een kernboodschap zonder voorbeeld is niet af. Want mensen zijn geprogrammeerd om te reageren op beelden, niet op boodschappen.  De meeste mensen denken niet alleen in beelden, maar verwerken ook in beelden. Te beginnen bij het beeld dat jij als spreker laat zien en horen in je presentatie. Maak daar gebruik van. Laat het beeld je verhaal vertellen en zo in één klap ook betekenis geven aan het punt dat je wil maken.

Een voorbeeld:

Bekentenis

Met zoveel liefde heb ik van je gehouden
dat, nu ik bijna je vergeten ben,
het zeggen van je naam mij is gebleven
een liefkozing, waar ik dagen op kan leven.

En dit is de liefste herinnering:
hoe op het plein, een honinglied van linden,
vanuit de schaduw over witte straten
je aan kwam lopen. Speelse zomerwinden
sloegen de zijde van je lichte gele kleed
tegen je ranke lichaam, en je ogen
waren van heimwee raadselig verwijd.
Hoevele zomers zijn sindsdien vervlogen.

Met zoveel liefde toch heb ik van je gehouden
dat, nu ik bijna je vergeten ben,
het een liefkozing der lippen is gebleven
je naam te zeggen als ik eenzaam ben.

© 1946 – Hans Warren

IK ZIE HET VOOR ME

Deze verzuchting van de Zeeuwse dichter Hans Warren behoort tot mijn persoonlijke favorieten. Vooral omdat ik er een beeld bij heb. In het algemeen gesproken onthouden mensen 80% van wat ze zien, 20% van wat ze lezen en 10% van wat ze horen. Daarom combineerde hij dit gegeven en maakte hij van dit gedicht dus ineens een gevoel.

Wat zou er gebeuren als je zien, horen en ‘lezen’ combineert in je presentatie of antwoord op een journalistieke vraag? Dan ben je ineens ‘quotable‘! Want journalisten en hun kijkers, luisteraars en lezers, zijn gek op rake beelden. Daarom is de meest gestelde journalistieke vraag, na “wat is er aan de hand?”, dan ook: “wat betekent dit in de praktijk?”, wat neerkomt op: voorbeeld..?

Speelse zomerwinden interpretatie

VALKUILEN

Een veel voorkomende valkuil bij presentaties is dat beeld er met de haren wordt bijgesleept. En dat de spreker vervolgens vertelt wat er te zien is. Denk aan een spreker tijdens een congres voor veehouders. Die een fraaie Powerpointslide laat zien met daarop een koe. En vervolgens zegt: “dit is een koe”. […] In onze presentatietraining leer je het beeld dat je gebruikt meerwaarde te geven en zo jouw boodschap te versterken. Vertel dus niet wat je publiek ziet, maar waarom. In het voorbeeld van bovenstaande spreker: “Dit is Bertha 76, onze prijswinnende melkkoe”.

Een andere valkuil is interpretatie vanuit jouw eigen ‘denkraam’, om maar met Marten Toonder te spreken. Het bovenstaande plaatje is mijn interpretatie van het beeld dat Hans Warren in zijn gedicht schetst. Een mannelijk hetero beeld van mijn high school crush Carolina die op een mooie zomerdag komt aangelopen in een gouden veld en niet in de witte straten van het gedicht. Jammer als jouw beeld een andere is, bijvoorbeeld dat van een mooie man op de boulevard aan de kust. De kans is groot dat bovenstaande foto voor jou dan eerder een stoorzender is dan een rake visualisatie…

VISUELE VERWERKING GAAT SNELLER

Uit onderzoek blijkt dat ruim 90% van de informatie die onze hersenen oppikken visueel is. Maar, dit geldt niet alleen voor de omgeving, maar ook voor de informatie die we zien of te horen krijgen. Verder blijkt dat we visuele content 60.000 keer sneller verwerken dan theoretische en onderbouwende content. Kortom, wees dus niet volledig, maar geef betekenis aan je kernboodschap met een op je doelgroep afgestemd voorbeeld. Kom dit oefenen in onze mediatraining of presentatietraining.