Er zijn veel manier om vragen te beantwoorden. Bij een mediaoptreden komt het erop aan hóe je antwoord geeft.
Haast je niet bij het geven van je antwoord. Sluit je mond voordat je reageert. Het heeft alleen maar voordelen. Door na de vraag een seconde je mond te sluiten neem je wat afstand tot woordkeuze en toonzetting van de vraag, voorkom je dat je van schrik een antwoord instruikelt, je overhaast reageert en… voorkom je dat je antwoord begint met “eeh”. Het vraaggesprek is geen wedstrijdje wie het snelst vraagt en het snelst antwoordt. Bovendien is een rtv nieuwsinterview met voortdurend ‘bovenop het einde van de vraag antwoorden’ voor een journalist erg lastig te verwerken in de uiteindelijke montage. Spring dus niet meteen in het antwoord als de verslaggever klaar is met de vraag. Maar hou je mond (een seconde).
Het interview lijkt misschien op een echt gesprek, maar is dat niet. Het interview is een format: een vorm waarmee de journalist informatie opdoet, een reactie, een mening, visie, hoor en wederhoor. Dit besef maakt het makkelijker om je antwoorden losstaand van de vraag te geven. En het beginnen met woorden als “Ja,” “Nee,” “Absoluut” en “Zeker” te vermijden. Je antwoord zonder een duidelijke reactie op de vraag geven maakt je presentatie sterker en krachtiger. Zeker als het antwoord jouw ‘volgens de regelen der kunst’ voorbereide kernboodschap is.
Gebruik de naam van de verslaggever niet. Vermijd het noemen van de naam van de verslaggever in opgenomen interviews, omdat het mediakanaal de interviewopname mogelijk anders kan gebruiken. In live-interviews is het acceptabel, maar zelfs dan moet je voorzichtig zijn. Immers, met wie ben jij eigenlijk echt in gesprek? Met de journalist? Welnee, je bent de facto in gesprek met de kijker, de luisteraar of lezer! En om het nog verder te vernauwen: je bent in gesprek met je klant, stakeholder, doelgroep, etc. De journalist is hiervoor (alleen maar) het medium.
Maak oogcontact. Kijk naar de verslaggever terwijl je spreekt en ook wanneer de vragen worden gesteld. Vergeet bij een tv interview de camera. Dit toont vertrouwen en mensen hebben het gevoel dat je de waarheid spreekt als je de verslaggever recht in de ogen kunt kijken. Kijk nooit in de camera tijdens een interview als er een verslaggever naast jou of naast de camera staat, omdat dit ongemakkelijk overkomt. Het houden van oogcontact is bij confronterende vragen natuurlijk wel lastig, maar dat is dan ook één van de vaardigheden die je leert in onze mediatraining.
Gebruik je handen. Gebruik je handen tijdens het interview om te helpen communiceren. Handen zijn geweldige communicatiemiddelen helpen om je lichaamstaal te ondersteunen en je woorden kracht bij te zetten terwijl je spreekt. Het is wel belangrijk je handbewegingen op een goede manier te doseren. Gesticulatie is dan ook onderdeel van het presentatieonderdeel van onze mediatraining.
Maatwerk per persoon
Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.
Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.
Hoe belangrijk media aandacht ook kan zijn, niet alle interviewverzoeken zijn je inspanningen waard of het juiste om op dat moment te doen.
Bij onverwachte negatieve publiciteit is een schriftelijke verklaring om mee te beginnen meestal beter. In ieder geval beter dan direct voor een camera of aan de telefoon te reageren op allerlei vragen en beweringen. In het algemeen geldt dat als je bij calamiteiten onvoorbereid een interview geeft je het risico loopt een slechte situatie te verergeren. Onder druk en zonder goede voorbereiding zou je iets kunnen zeggen waarvan je later spijt krijgt. Bovendien kun je onbedoeld nieuwe brandstof aan de crisis geven.
In sommige crisiscommunicatie scenario’s kan een schriftelijke verklaring zelfs de beste manier van handelen zijn als je een opvallende kop boven het artikel wilt vermijden.
Onderzoek je interviewer
Laten we dus aannemen dat het interviewverzoek een positieve kans is voor jou en je organisatie.
Dan is het allereerst zaak te weten wie jou interviewt, waarom en hoe. En waar het interview toe moet leiden. Een éénkolommertje op de voorpagina? Een achtergrondartikel? Komt er een fotograaf mee? Kennen we de stijl van deze journalist? En vergelijkbare vragen voor radio-, televisie, of online media.
Je kunt de journalist vragen om vooraf een lijst met de vragen te sturen. Sommigen zullen dit doen, maar de meeste (vooral de grotere media) zullen dit niet doen. Bovendien heb je bij radio en tv vooraf vaak een redacteur aan de lijn. En verschijnt er uiteindelijk iemand anders bij je aan de deur of aan tafel in de studio.
Bedenk vooraf wat voor jou de krantenkop zou moeten zijn
Je weet nu waarom de journalist je wil interviewen en wat je ongeveer kunt verwachten. Bedenk nu allereerst wat het punt is dat jij zou willen maken.
Vat dit samen in een ‘headline’: een pakkende zin. Nu weet jij waar jij heen wilt. Maak nu een lijst van alle waarschijnlijke vragen die zullen worden gesteld, zodat je wat antwoorden kunt voorbereiden. Antwoorden die passen bij jouw agenda, jouw stip aan de horizon. Dat maakt het voor jou veel makkelijker om de regie over het gesprek te pakken en vast te houden. Let op: je schrijft hier geen script – niemand wil robotische antwoorden horen – maar je bedenkt vooraf de belangrijkste punten die je wilt behandelen.
Met Mediatraining Pro werk je aan de hand deze drie essentiële punten aan de voorbereiding van je interview. Waarna we dit samen toetsen in praktijkoefeningen. Om uiteindelijk met je kernboodschappen de confrontatie met camera, microfoon en een scherpe vragensteller aan te gaan.
Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.
Gebruik je stem effectief. Met een goed stemgebruik voorkom je stemproblemen en zorg je er tegelijkertijd voor dat je goed wordt begrepen tijdens een presentatie.
De manier waarop je spreekt, hoe luid en je intonatie kunnen je presentatie maken… en breken.
Kort samengevat: blijf V.I.T.
let op je Volume
let op je Intonatie
let op je Tempo
Blijf V.I.T.
Volume: spreek altijd iets luider dan je normaal gesproken doet, ook als je een microfoon gebruikt. Intonatie: leg de nadruk op de juiste woorden. Tempo: pauzeer telkens een seconde na een kernzin en/of een kernalinea, zeker als jij van nature een snelle prater bent. Als je dit voor ogen houdt komt het ook met de rest van je stemgebruik vanzelf goed.
Waarom op je volume letten?
Hoe zou jij je voelen als je in het publiek naar een toespraak zit te luisteren en de spreker de hele tijd tegen je aan het schreeuwen is? Dit zou erg onaangenaam zijn en misschien zelfs agressief bij je overkomen. Of wat als de spreker zo aan het mompelen is dat je nauwelijks kunt horen wat wordt gezegd? Dan ben je vast geneigd om op je smartphone te kijken, in afwachting van een interessantere spreker.
Mag ik dan nooit iets roepen of fluisteren? Natuurlijk wel! Het is goed om je stem op verschillende momenten tijdens je presentatie te verheffen en te verzachten om de aandacht te vestigen op bepaalde woorden of zinsdelen. Je kunt bijvoorbeeld je stem verheffen om nadruk op een woord of zin te leggen, of je kunt iets op een vertrouwelijke manier zacht zeggen om een punt te maken. Wissel het volume dus af.
Wat betekent intonatie?
Simpel gezegd, intonatie betekent hoe je iets zegt. En hóe je iets zegt is net zo belangrijk als wát je zegt. Met een goede intonatie breng je emotie over. Net als in een gewoon gesprek: of zeg jij elke zin, elk woord en elke lettergreep op dezelfde manier? Met hetzelfde volume? Of door op elk woord dezelfde nadruk te leggen? Tip: oefen vooraf je toespraak zoals je iets aan een vriend zou uitleggen. Wat geldt voor je stemgebruik geldt ook voor je woordgebruik: zeg wat je bedoelt vanuit de kennis en het perspectief van de ander.
Hoe voorkom ik dat ik te snel spreek? Zet voorafgaand en na een kernzin of kernalinea een horizontale streep in de tekst. De streep betekent: sluit je mond, haal adem en ga verder. Zo haal je er direct al veel snelheid uit. Bovendien helpt dit jouw toehoorders om tussentijds ook even adem te halen, te verwerken wat je zojuist vertelde en open te staan voor nieuwe informatie. Bovendien ben je op die manier veel duidelijker, want je benadrukt zodoende vanzelf de kernwoorden.
Een korte oefening.
Lees deze zeven zinnen één voor één hardop voor. Leg in de eerste zin de nadruk op het eerste woord, in de tweede zin op het tweede woord, enzovoorts. Sla (dat) daarbij natuurlijk als nadrukwoord over.
“Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt” “Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt” “Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt” “Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt” “Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt” “Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt” “Ik wil (dat) jij mijn moeder goed verzorgt”
Zeven zinnen die hetzelfde zeggen. Maar elke zin heeft een nét iets andere betekenis. Hiermee hebben we overigens het vaakst voorkomende ‘bedrijfongevalletje’ in mondelinge communicatie te pakken.
Ik realiseer me dat je geneigd bent om snel te spreken als je veel kennis hebt van of enthousiast bent over een bepaald onderwerp. Of, als je hetzelfde verhaal voor de zoveelste keer vertelt, wat docenten en trainers zoals ik nogal eens gebeurt. Maar als je feiten, meningen en gevoelens effectief met je publiek wilt delen, moet je leren vertragen!
Durf af en toe even te stoppen
Pauzeer zo nu en dan, haal samen met je publiek even adem. Sluit daarna je mond, kijk je publiek even aan en vervolg je presentatie.
Bijvoorbeeld:
om van onderwerp te wisselen, zinnen te wijzigen of een alinea te beëindigen,
om opvulwoorden zoals “uh” en “um” te voorkomen,
om een woord of zin te benadrukken,
om even in je speakernotes te kijken,
om een hypothetische vraag te stellen,
om een antwoord bedenken op een vraag van een toehoorder.
Bovendien, een kernzin (en in ieder geval een kernboodschap) eindigt altijd met een duidelijk hoorbare punt. Waarbij je de zin naar het einde toe dus omláág intoneert. En niet omhóóg, als naar een komma (!). Als je géén duidelijke punt achter de zin zet, máák je ook geen punt.
Hoe zorg je voor je stem?
De noodzaak van het verzorgen van je stem is niet alleen beperkt tot zangers. Verkeerd gebruik van je stem kan immers in meer extreme gevallen leiden tot laryngitis of zelfs stemknobbeltjes. Voorkom stemproblemen met deze instructies:
Vermijd overmatig juichen of schreeuwen
Beide kunnen ernstige schade aan de stem veroorzaken. Niet meer doen: regelmatig luid juichen bij de plaatselijke voetbalwedstrijd, of meeschreeuwen met de rest van het publiek tijdens een concert.
Vermijd fluisteren of je keel schrapen
Vermijd zoveel mogelijk fluisteren of je keel schrapen. Het klinkt misschien gek, maar van fluisteren en schrapen ‘slijten’ je stembanden.
Wat te doen als ik mijn stem verkeerd heb gebruikt?
Laat je stem een tijdje rusten! Dat betekent dat je een bepaalde tijd niet praat om je stem te laten verjongen. Je kunt ervoor kiezen om dit de rest van de dag te doen, een hele dag of zelfs langer.
Als je keelpijn hebt of als je veel moet hoesten, vermijd dan overmatig gebruik van je stem gedurende die tijd. En als het mogelijk is, probeer dan geen grote presentaties te geven als je verkouden bent. Drink iets met honing erin. Dit helpt om je keel en daarmee ook je stembanden te ontspannen.
Vermijd roken
Stoppen met roken is altijd het beste, maar als je een roker bent die niet kan stoppen, rook dan in ieder geval niet vlak voor of na een presentatie.
Geen koffie, melk, bier of zoete drankjes voor je toespraak
Beperk cafeïne en zoete dranken voor je toespraak. Ze maken je mond droog en dat praat moeilijk. Bier en melk bevatten een eiwit dat zorgt voor een laagje slijm op de tong. En je wilt niet klinken als iemand met een los kunstgebit 😉 .
Een persoonlijke tip tot slot: water is prima om vooraf de keel te smeren, maar… drink geen water direct voordat je het woord neemt! Doe je dat wel, ‘dan loopt je het water in de mond’ en klink je een beetje slordig. Toch gedaan? Sluit daarna je mond, slik het slokje water bewust weg en neem het woord met de mond echt helemaal leeg. Bovendien kun je dat moment meteen goed gebruiken om even je toehoorders aan te kijken.
Want als je mijn presentatietraining hebt gevolgd weet je immers: een goede presentatie begint (en eindigt) altijd met het maken van contact.
Maatwerk per persoon
Bij Mediatraining Pro oefen je als deelnemer aan een mediatraining of presentatietraining intensief. Ook met nieuwscriteria. En leer je waar een journalist ‘op aanslaat’ en waarop niet.