De-escaleren van een mediastorm

Een mediastorm is net een zomeronweer: veel lawaai, felle flitsen, en iedereen denkt dat de wereld vergaat. Jouw rol is zorgen dat de bliksem niet inslaat in je organisatie. Hier zijn de belangrijkste stappen om te de-escaleren:


Voorop staan:

a. Snelheid boven perfectie

  • Reageer snel: stilte wordt gezien als schuld of onmacht.
  • Hou het feitelijk en kort: geef erkenning (“We begrijpen de zorgen”), zonder meteen alles uit te leggen als je nog niet alles weet.

b. Toon empathie, geen verdediging

  • Begin altijd met begrip voor emoties (van slachtoffers, klanten, publiek).
  • Vermijd juridische en afstandelijke taal – dat klinkt koud en versterkt boosheid.
Conflict de-escaleren

Toelichting bij bovenstaande ‘de-escalatiecirkel’

🔴 Gevoelens (altijd beginnen)

Toon empathie, erken emoties.

  • “We begrijpen dat dit veel zorgen en boosheid oproept.”
  • “Ik zie dat dit hard binnenkomt bij betrokkenen en het publiek.”
  • “Het raakt ons ook, en daarom nemen we dit uiterst serieus.”

🟢 Veiligheid (basisaspect)

Benoem hoe je veiligheid waarborgt of herstelt.

  • “Onze eerste prioriteit is de veiligheid van betrokkenen.”
  • “We hebben direct maatregelen genomen om herhaling te voorkomen.”
  • “We doen er alles aan om te zorgen dat dit niet opnieuw gebeurt.”

🔵 Doelstellingen (richting geven)

Vertel wat je organisatie nu concreet wil bereiken.

  • “We richten ons nu op drie dingen: het oplossen van de situatie, het ondersteunen van betrokkenen en het volledig onderzoeken van de oorzaak.”
  • “Transparantie staat centraal: we delen wat we weten zodra we het zeker weten.”

🟡 Verwachtingen (realistisch kader)

Vertel wat mensen wél en níet mogen verwachten.

  • “Vandaag kunnen we antwoorden geven op [feit A en B]. Voor [punt C] is onderzoek nodig; daarover communiceren we uiterlijk morgen opnieuw.”
  • “We houden u actief op de hoogte via [kanaal]. Zodra er nieuws is, melden we dat direct.”

Samenvatting
  1. Reageer (zo) snel (mogelijk)
  2. Begin met gevoelens
  3. Zet veiligheid neer als prioriteit
  4. Benoem de doelstellingen duidelijk en simpel
  5. Sluit af met heldere verwachtingen

Praktijktip:

Oefen een kernboodschap van 30 seconden die alle vier de blokken raakt. Bijvoorbeeld:

“We begrijpen dat dit veel zorgen oproept (gevoelens). Onze eerste prioriteit is dat iedereen veilig is en blijft (veiligheid). Daarom richten we ons nu op drie acties: oplossen, ondersteunen en onderzoeken (doelstellingen). U hoort uiterlijk morgen opnieuw van ons (verwachtingen).”

Het radiointerview

Radio interview radiostudio Hilversum.

Tegenwoordig is radio allang niet meer alleen audio. Veel studio’s filmen mee voor social media, websites of zelfs livestreams.

Hier is waar je op moet letten:

Waar moet je op letten bij een radio-interview (versus tv)?

1. Je stem is koning

  • Spreek duidelijk, niet te snel, en articuleer goed.
  • Gebruik intonatie en ritme om boeiend te blijven (monotoon is slaapverwekkend).
  • Lach hoorbaar als dat past – een glimlach hoor je wél degelijk.

2. Zeg wat je bedoelt, want je kunt niets laten zien

  • Beschrijf zaken duidelijk; je kunt geen grafiek of afbeelding “laten zien”.
  • Vermijd zinnen als “zoals je hier ziet” of “op deze slide”.

3. Stilte is je vriend, ruis je vijand

  • Geen gerommel met papieren, tikkende pennen of blaffende honden op de achtergrond.
  • Zet je telefoon op stil of vliegtuigmodus. Trilstand = alsnog hoorbaar.

4. Kort, krachtig, klaar

  • Ook (nieuws)radio werkt met strakke formats. Geef heldere antwoorden van max 20-30 seconden.
  • Denk in soundbites: quotes die ze makkelijk kunnen gebruiken (ook online).

5. Vertel visueel – zonder beeld

  • Gebruik beeldende taal: “het voelde alsof ik in een storm stond”, of “we vlogen er figuurlijk doorheen”.
  • Kleine anekdotes of beschrijvingen maken je verhaal menselijker.

Maar let op: radio = steeds vaker óók tv

Veel studio’s hebben camera’s aanstaan

  • Denk aan livestreams, korte clips voor Instagram/TikTok/YouTube, of video’s op websites.
  • Draag dus representatieve kleding, net als bij een tv-optreden.
    (Lees: geen rommelige hoodie met koffievlekken of dat shirt van die ene band die je liever niet uitlegt.)

Ook journalisten op locatie zijn steeds vaker ‘mo-jo’

  • Mo-Jo: journalisten met een smartphone als opname apparaat.
  • Houd er rekening mee dat je foto, of een snapshot genomen tijdens het interview, zomaar boven het interview staat.

Conclusie:

Praat alsof je op de radio bent. Kleed je alsof je op tv bent.

Waar kijk ik naar?

Waar kijk ik naar voor de camera?

Als jij wordt geïnterviewd voor de camera en de journalist staat naast de camera, dan kijk je idealiter naar de journalist, niet in de lens van de camera.

Hier zijn een paar tips:

Waar moet je precies naar kijken?

  • Kijk naar de ogen van de journalist, alsof je een normaal gesprek voert.
  • Kijk net boven de wenkbrauwen van de vragensteller als je het lastig vindt om oogcontact te houden.
    De camera moet voor de kijker “onzichtbaar” worden. Door niet in de lens te kijken, maar naar de journalist, voelt het voor de kijker als een natuurlijk gesprek.

Waarom niet in de lens kijken?

  • In een interviewsetting waarbij de interviewer niet in beeld is, is het gebruikelijk dat jij vanuit een hoek wordt gefilmd.
  • Kijk je in de lens, dan lijkt het alsof je tegen de kijker praat, en dat is verwarrend als de journalist de vragen stelt.

Tenzij…

Er zijn uitzonderingen:

  • Als het een directe boodschap aan het publiek is (zoals een oproep of statement), dan kijk je recht in de camera.
  • Als er géén journalist bij de camera staat, maar de vragen op afstand worden gesteld.
  • Soms vraagt de regisseur specifiek om in de lens te kijken, bijvoorbeeld bij bepaalde documentaires of vlogs.

Praktische tip:

Stel jezelf voor dat de camera er niet is. Richt je volledig op het gesprek, en blijf in de bubbel met de journalist. Dan komt jouw verhaal het meest natuurlijk over.

Wat is je punt?

“Als je achter het punt dat je zojuist maakte geen punt zet, maakte je zojuist geen punt.”

Een goed geplaatste punt – in woorden én in (een halve seconde) stilte – geeft jouw boodschap kracht en richting. Het zegt: “Dit is wat ik bedoel”. Niet meer, niet minder. Het effect is dat de toehoorder hoort wanneer iets wat je zegt belangrijk is. Maar ook ruimte krijgt om wat je zojuist vertelde even te verwerken. Het helpt hen je verhaal beter te volgen. Een afgerond punt geeft hen de ruimte om je woorden te verwerken, erover na te denken, en eventueel te reageren. Zonder pauze of afronding raakt de luisteraar achterop; ze moeten dan luisteren én raden tegelijk – naar waar je heen wilt.

Vooral als je veel te vertellen hebt is het bewust zetten van punten een goed middel om kort en bondig je punt(en) te maken.

Hou je mond (één seconde)

Sluit bewust je mond een seconde bij het begin van ieder nieuw aspect van je presentatie, of ieder begin van je antwoord op een vraag. Daarmee programmeer je jezelf ‘in de puntenstand’. Neem jezelf vervolgens voor om telkens bij een kernzin of belangrijke alinea naar het einde toe te praten en het nemen van een (halve) seconde pauze met je mond gesloten. Je publiek, of de vragensteller, zal je er dankbaar voor zijn.

Presentatietraining kort en bondig spreken.

Waarom een punt zetten werkt:

🔹 Voor jezelf:
– Je klinkt krachtig en zeker
– Je boodschap blijft helder
– Je voorkomt dat je afdwaalt

🔹 Voor de toehoorder:
– Je bent beter te volgen
– Er is ruimte om te verwerken
– De kern komt beter binnen

Voorbeeld:

❌ Zonder punt:

“We moeten de klant sneller terugbellen… en het CRM… en de nieuwsbrief…”
– Vaag, te veel tegelijk, geen actie.

✅ Met punt:

“We moeten de klant sneller terugbellen. Punt.”
– Duidelijk. Focus. Actie.

💡 Tip:

Sta af en toe even stil.
– Een korte pauze is ook een punt.

Een punt is dus geen einde, maar een houvast.

Voor jou om krachtig te spreken, voor je toehoorder om jou echt te kunnen volgen.