KOP
Begin met de conclusie van je presentatie. Geef het nieuws weg. Maak direct je punt in een krachtige zin of een korte alinea met ten hoogste drie zinnen. Leg daarmee het doel van je presentatie uit. Het liefst in een prikkelende zin die benadrukt wat jouw toehoorders eraan zullen hebben.
Stel jezelf niet te uitgebreid voor. Het spijt me voor je, maar het interesseert de meeste toehoorders helemaal niets waar je precies woont, hoeveel kinderen je hebt, wat je passie is en hoelang je al in het vak zit.
Jouw toehoorders zitten daar niet voor jou, maar voor zichzelf. Om kennis op te doen, geprikkeld te worden met een andere mening en/of verrast te worden, et cetera.
ROMP
Praat wat langzamer dan je normaal gesproken doet en ook iets luider (zelfs met microfoon!). Daarmee zet je meteen een sterk, positief imago neer. Hou je zinnen ook tijdens de verdere presentatie zo kort mogelijk. Zet regelmatig een hoorbare punt. Daarmee hou je jouw gezag vast en ook je publiek zal je dankbaar zijn: je bent een stuk beter te volgen als je regelmatig na een (kern)zin of -alinea je mond even sluit.
STAART
Maak vooraf ook alvast een sterke eindverklaring. Opnieuw, een sterke one- of twoliner. Een prikkelende afsluiting die de doelstellingen van de presentatie samenvat en daarmee versterkt. Want het is een gegeven dat uit elk psychologisch publieksonderzoek weer blijkt: als jouw publiek of gesprekspartner van jou één keer iets hoort is het toeval, de tweede keer (in net iets andere bewoordingen) is het opmerkelijk en de derde keer (als conclusie) is het een feit.
1 + 1 + 1 = 1
Je zult het nu dan ook niet vreemd vinden dat dit rekensommetje het principe is van ‘de kernboodschap-cirkel’. En dat we daarmee uitgebreid oefenen. Niet alleen in de mediatraining, maar zeker ook in de presentatietraining!